Interview met Mathieu Charreyre (WDA)

Maatschappelijke zetel van WDA, Parijs, 7 mei 2011

 

Met twee jeugdvrienden richtte Mathieu Charreyre in 1996 de vereniging WDA op met als ambitie het eerste Franse informaticamuseum stichten. Vandaag omvat WDA een collectie van meerdere honderden computers, spelconsoles, rekenmachines, spellen en software van de jaren zeventig tot nu. In de loop der jaren hebben WDA en haar leden een groot aantal activiteiten en diensten uitgebouwd, gebaseerd op hun ervaring met het restaureren en herstellen van computers. Emanuel Lorrain (PACKED vzw) sprak met Mathieu Charreyre over hoe WDA de conservatie en reparatie van hun verzameling aanpakt. Tijdens het gesprek wordt Mathieu Charreyre kort bijgestaan door Olivier Lippmann, lid van WDA sinds 2009, die de vereniging hulp en kennis op het gebied van elektronica verstrekt.

 

PACKED: Kan u ons iets vertellen over uw persoonlijke parcours en het ontstaan van deze collectie?

Mathieu Charreyre: Ik ben een autodidact die sinds zijn 15de in de informatica werkt, eerst als verkoper in een informaticawinkel in Parijs. In die tijd was informatica een wereld vol gepassioneerden. Ik heb toen veel mensen ontmoet die later belangrijk geworden zijn in wat later het Franstalig internet werd. In 1995 werkte ik voor de eerste internetprovider voor het grote publiek in Frankrijk, CalvaCom en in 1996 was ik de twintigste werknemer bij het bedrijf Club Internet dat toen 2 maanden bestond. Ik werkte er van 1996 tot 2001, eerst als technicus en later als beheerder van het informaticapark van het call center. Tegelijkertijd richtte ik in 1996 de vereniging WDA op die gebaseerd was op een privécollectie die ik met twee jeugdvrienden in 1988 was begonnen. Ondersteund door WDA, stichtte ik achtereenvolgens 2 ondernemingen in 2001 en 2005 die niet echt succesvol waren. Nu staat er een derde commercieel project op stapel dat steunt op de kennis van de leden en de middelen van WDA. Tegelijk waken we erover dat WDA vrijwillig blijft en dat alle projecten de onbezoldigde activiteiten van de vereniging ondersteunen.

 

De stichtende leden van WDA voor de sociale zetel van de vereniging in Parijs.

 

PACKED: Waar situeert WDA zich in het landschap van computerverzamelingen?

Mathieu Charreyre: In Frankrijk zijn er vier grote verzamelingen die als vereniging actief zijn: Aconit 1 in Grenoble, Silicium 2 in Toulouse, en ten slotte MO5 3 en WDA in Parijs. Alhoewel ze jonger is, is de vereniging MO5 beter bekend bij het grote publiek dan WDA. Aconit wil echt een stichting worden. Ze beschikken over een belangrijke elektromechanische collectie, vooral heel grote computers.

 

PACKED: Bestaan er verbanden tussen de verschillende collecties?

Mathieu Charreyre: Die zijn er zeker. Zo is WDA tegelijk partner en lid van Aconit. Sinds 2009 tracht ik een wat ik noem "Europees netwerk voor de duurzaamheid van het digitale patrimonium en de collecties" op te richten samen met het CNAM4, BNF5, CNRS6, de Cité des Sciences7, het Bolo museum 8 in Zwitserland en een groot aantal andere personen en verenigingen. De idee van dit "netwerk" is het samenbrengen van alle verzamelaars, zowel particulieren, professionelen als verenigingen zoals de onze zodat ieder zich specialiseert en uitblinkt in zijn domein.

 

PACKED : Wat bedoelt u met "zich specialiseren"?

Mathieu Charreyre: Ieder moet het accent leggen op zijn eigen know-how. Eén van de problemen van WDA is dat haar collectie te generiek geworden is en daarom wordt er regelmatig in de collectie gesneden. In 2007 hadden we meer dan 900 stukken, nu zitten we aan 600 want we proberen enkel de elementen te bewaren die in de toekomst een echte historische waarde zullen hebben.

Al deze collecties en verenigingen moeten op een intelligente manier samenwerken. Daarom betaalt WDA jaarlijkse bijdragen aan al deze verschillende organisaties. Ik heb het netwerk gelanceerd opdat zelfs de persoonlijke verzamelingen van gepassioneerden zonder erfgoedvisie opgenomen en verbonden kunnen worden. Iemand die gedurende jaren een verzameling heeft opgebouwd, kan unieke stukken bezitten die vandaag onvindbaar zijn. Als deze privéverzamelaars er om één of andere reden mee ophouden, moet het netwerk als dekking functioneren zodat stukken niet worden weggegooid. In zo’n geval wordt het mogelijk om ze te herverdelen binnen het netwerk.

 

PACKED: Hoe bent u met verzamelen begonnen?

Mathieu Charreyre:Zoals alle nostalgische dertigers van vandaag zijn we begonnen met het kopen van de apparaten die we als kind wilden maar niet konden betalen. We kochten eerst wat we vonden op rommelmarkten, zelfs al was het in slechte staat. Daarna ruilden we met recentere of betere  apparaten. Soms, als het mogelijk was, maakten we van twee toestellen één goede, met respect voor het serienummer en zonder het omhulsel en het apparaat te scheiden. We wilden dat het apparaat hetzelfde serienummer had en het moederbord 9 dezelfde datum als het serienummer.

 

Een swap tussen twee SEGA Master System II consoles.

 

Na een bepaalde tijd hadden we alle apparaten die we wilden en de collectie evolueerde in te verschillende richtingen. Op een ietwat compulsieve manier zaten we in 2007 met de nagenoeg volledige Apple collectie die uit meer dan 130 verschillende stukken bestond. Het leek ons nutteloos bepaalde stukken te bewaren die niet echt van belang waren. We hadden bijna alle modellen en we besloten ons te concentreren op de echte vernieuwingen en belangrijke technische veranderingen zonder rekening te houden met de wijzigingen om puur commerciële redenen.

 

PACKED: Hoe komt u, naast de directe aankoop, aan deze apparaten?

Matthieu Charreyre: In Frankrijk genereren de ondernemingen veel digitaal afval en daarvoor zijn ze onderworpen aan administratieve boetes. Die bedrijven bieden we een zeer interessant alternatief. Ze geven ons hun afval en we houden de stukken die ons interesseren. De rest wordt volledig ontzorgd zoals we dat noemen. Dit soort ‘schenkingen’ krijgen we zo’n vier à vijf keer per week en we weigeren er nog eens zoveel. Voor hun boekhouding is het interessant, het geldt als een schenking aan een vereniging. Er zijn ook veel particulieren die ons stukken brengen en dat zijn trouwens vaak de interessantste en de best bewaarde.

Heel snel hadden we door dat, eerder dan rommelmarkten te doen met verkopers die veel geld begonnen te verdienen met de verkoop van om het even wat, het volstond om geduldig te zijn. Drie maanden geleden kwam een tachtigjarige dame ons een groot aantal nieuwe, nog volledig ingepakte en nooit geopende spelconsoles brengen waaronder een compleet nieuwe Nintendo NES10, een groot aantal Game & Watch11 en nog vele andere consoles en Olivetti computers12. Al die machines waren in perfecte staat van bewaring en ik was zeer nieuwsgierig naar de herkomst. De dame en haar man hadden gedurende 20 jaar deelgenomen aan alle spellen en wedstrijden die ze in tijdschriften vonden. Regelmatig wonnen ze en thuis hadden ze een kamer vol geschenken: tv’s, fototoestellen enzovoort. We bestaan nu 16 jaar als vereniging en de mensen beginnen te weten dat we goed omspringen met de stukken en dat ze hier in goede handen zijn. Het is ook de enige plaats in de regio Parijs waar je gratis van je computerafval afraakt.

 

PACKED: Is dat ook de reden waarom u verplicht bent materiaal te weigeren?

Mathieu Charreyre:Ja, we ontvangen het materiaal van bedrijven en particulieren in de staat dat het zich bevindt in ruil voor een certificaat met de serienummers als bewijs dat ze een gift gedaan hebben. In de jaren negentig hebben we zo heel wat mooie stukken gekregen van bedrijven, maar sinds 2000 krijgen we zo enkel weggooibaar materiaal dat voor ons geen belang heeft.

 

PACKED: Hoe gaat u om met die vele stocks die niet interessant zijn voor de collectie?

Mathieu Charreyre:Minder dan 1% van het materiaal dat we ontvangen gaat naar het stort. Dat is mogelijk dankzij de partnerschappen en uitwisselingen met andere verzamelaars die we bijna 20 jaar kennen. Als het over oude stukken gaat en we een dubbel bezitten, trachten we te wisselen. Alle stukken die geen enkele historische waarde hebben en als weggooibaar betitteld worden, schenken we weg. Als het over zeer recent materiaal gaat, minder dan vijf jaar oud, wordt het na restauratie door de vrijwilligers van de organisatie, weggedaan tegen een financiële vergoeding.  Deze vergoeding vertegenwoordigd ongeveer 40 à 60 procent van de normale tweedehandsprijs. Al het materiaal met historische waarde wordt volgens de WDA-normen geherconditioneerd en voor uitwisseling aangeboden aan andere verzamelaars. We verkopen geen collectiemateriaal want we willen de prijzen van sommige doorverkopers niet nog verder de hoogte injagen.

 

PACKED: Wat voor soort apparaten zijn weggooibaar?

Mathieu Charreyre: De term "weggooibaar" is niet noodzakelijk negatief, het gaat om uitrustingen die binnen de optiek van de WDA niet interessant zijn omdat ze deel uitmaken van een massieve commerciële productie. Het zijn geen zeldzame stukken en ze hebben geen historische waarde. Een voorbeeld zijn de Optiplex van Dell13 die we recent ontvingen, apparaten die op een jaar tijd in alle bedrijven te vinden waren en waar Dell fortuinen mee verdiende. Het gaat hier niet om het eerste model van die klasse en dus heeft het geen waarde voor ons. Bovendien zijn ze samengesteld uit minderwaardig plastic, aluminium en elektronica. Het is het type computer dat we in orde brengen en zo snel mogelijk laten vertrekken om nieuwe schenkingen te kunnen ontvangen. Het is essentieel voor WDA dat het donatie- en herstellingsproces zo snel mogelijk gaat. Eerst kijken we of de computer werkt en als dit niet het geval is, recupereren we bepaalde delen.

 

PACKED: Worden computers als de zeer populaire iMac G314 ook als wegwerpbaar beschouwd?

Mathieu Charreyre: In 2007 hadden we bijna alles van Apple, en die iMac G3 in '5-flavors', dus alle kleuren waarin ze verkocht werden. Na het uitzuiveren van de Apple collectie, hebben we beslist om enkel het Bondi Blue te bewaren. Dat was het eerste model van deze doorschijnende iMac G3 reeks. Er is een te grote hoeveelheid modellen die enkel qua harde schijf of kleur verschillen. Logistiek gezien vraagt het teveel moeite al deze types te bewaren, zeker met de kathodestraalbuizen.

Kathodestraalbuizen zijn zeer moeilijk te bewaren. Voor Amstrad computers bijvoorbeeld, bewaren we niet steeds dezelfde monitor voor de verschillende types Amstrads, maar een exemplaar van elk model dat compatibel is met verschillende generaties computers.

 

PACKED: U bewaart dus niet een scherm per unit?

Mathieu Charreyre: Neen, daar hebben we noch de plaats, noch de tijd voor. Dat hangt ook af van de machines waarbij ze horen. Onlangs hebben we een Micral15 gekregen, een heel mooi collectiestuk. We kregen tegelijk het originele scherm en in dit geval bewaren we het geheel. Spijtig genoeg hebben we niet de plaats om twee exemplaren van elk scherm te bewaren. Bij de 600 stuks die we bewaren, zijn de monitors niet meegerekend omdat ze beschouwd worden als accessoires zoals klavieren en muizen. Voor WDA, is een stuk een apparaat: een rekenmachine, een console, een computer of een telefoon. We bewaren de monitors die zich in de beste staat bevinden en het langst kunnen bewaard worden. Momenteel betekenen de beeldbuismonitors een belangrijk probleem. Het is heel moeilijk om ze te herstellen. Voor WDA is het apparaat vaak interessanter dan de monitor en dat bepaalt onze prioriteiten. Als het apparaat getest wordt, zal het altijd mogelijk zijn het videosignaal om te zetten naar recentere monitors of naar toekomstige weergavewijzen. Maar zelfs voor computers moeten we keuzes maken.

 

PACKED: Wat doet u om de slijtage van de beeldbuis tegen te gaan?

Mathieu Charreyre: We ontladen de buizen zodat er geen stroom meer inzit.

 

Een HP85 computer uit het begin van de jaren 1980 en de kleine beeldbuis tijdens de restauratie.

 

PACKED: Hoe bewaart u de documentatie over de apparaten?

Mathieu Charreyre: Alles is gekoppeld aan een lokale server die digitale kopieën bevat van alle elektronische schema’s en bedrading die we op papier hebben, net als alle digitale documentatie die we rechtstreeks van het web hebben gehaald.

 

PACKED: Hebt u een virtuele documentatiebibliotheek?

Mathieu Charreyre: We bewaren zowel de digitale versies als de papieren. Voor de collectie trachten we het object te bewaren zoals het toen werd verkocht met alle originele elementen. Dat omvat de doos en de bijgeleverde handleidingen. Voor de Alice computers van Matra16 bijvoorbeeld, bewaren we het apparaat met alle technische en elektronische schema’s die standaard meegeleverd werden.

 

PACKED: U bewaart dus het apparaat zoals het verkocht werd?

Mathieu Charreyre: Ja, we voegen niets toe en nemen niets weg. Een voorbeeld: de Oric Atmos 17 computers gingen aan vanaf ze van stroom werden voorzien. Je moest de stroomkabel uittrekken om ze af te zetten. Later werd een kleine schakelaar tussen de  Oric en de stroomtoevoer als optie aangeboden terwijl de standaardcomputer altijd zonder werd verkocht. Ondanks het feit dat we dankzij de CEO 18 enkele van deze schakelaars in ons bezit hebben, worden ze – in tegenstelling tot de handleidingen - afzonderlijk bewaard.

 

Een Oric Atmos in de originele verpakking.

 

PACKED: De computers worden dus altijd in hun originele dozen bewaard?

Mathieu Charreyre: Inderdaad, en we vermijden ze op elkaar te stapelen omdat ze vaak kwetsbaar zijn. In het geval van de Alice van Matra, is het zowel voor de 32 als de 90, de Franse tekenaar Moebius 19 die het design van de computers en de grafische vormgeving van de documentatie deed. De dozen waarin deze computers verkocht werden, waren rode koffers die op de dozen van Hilti boormachines lijken. Het zijn stevige dozen, maar omdat er op de bovenkant een tekening van Moebius staat, hebben we ze in een hoes gestoken om ze te beschermen en eventuele krassen te vermijden. De doos is gemaakt uit minderwaardig plastic. We hebben ze ingepakt in cellofaan om de ontbinding zo veel mogelijk af te remmen. De handleidingen in de doos hebben we op dezelfde manier ingepakt, want papier heeft de neiging om vocht aan te trekken. We isoleren het voor we het terug in de originele verpakking steken, die op haar beurt met cellofaan beschermd wordt.

 

PACKED: Wat doet WDA voor andere collecties of personen?

Mathieu Charreyre: Vooral restauratie. In 2007 hebben we in samenwerking met Aconit apparaten gerestaureerd voor een Renault-reclamespot. Aconit bracht het materiaal aan en wij onze restauratiekennis. Sinds 2005 hebben we vele tests uitgevoerd op het vlak van niet-agressieve restauratie van plastics, polymeren en andere materialen gebruikt bij de productie van computers. We gebruiken producten die we getest hebben gedurende meer dan tien jaar. Daarom doe ik ook veel audits en restauraties voor bepaalde privéverzamelingen.

Bepaalde andere computerverzamelingen gebruiken heel agressieve ontgelingsmethodes die de levensduur van het plastic met 2 tot 3 jaar inkorten.  Het plastic wordt terug wit, maar het is zo poreus en fragiel dat hat heel makkelijk breekt. Ik denk dat men moet aanvaarden dat sommige plastics een beetje geel worden. Dat is het geval voor de Amstrad 20 monitors, die altijd vervaardigd werden uit plastic van slechte kwaliteit. Waar mogelijk moet men ze natuurlijk restaureren, maar het is belangrijk dat het de levensduur niet beperkt. Wat we bij WDA proberen te doen, is de toestand zo lang mogelijk te fixeren zodat we nadien niet hoeven in te grijpen omwille van slechte en ondoordachte restauratie.

 

 <small>Opération de nettoyage d'une coque en plastique.</small> Reiniging van een plastic omhulsel.

 

PACKED: Hebben jullie ook technieken om de elektronica te “isoleren”?

Mathieu Charreyre: Als een computer, console, rekenmachine of telefoon in de collectie opgenomen wordt, isoleren we onmiddellijk alles wat als ontvlambaar beschouwd kan worden zoals condensatoren en accumulatoren. Het is altijd de bedoeling de machines zo lang mogelijk te “bevriezen” in de tijd.

 

PACKED : Wat betekent een onderdeel in een computer "isoleren"?

Mathieu Charreyre: Bij condensatoren wil dat zeggen ze loskoppelen en bij accumulatoren wil het zeggen ze helemaal verwijderen en geïsoleerd bewaren. Het doel is geen elektrische activiteit te hebben in het apparaat zodat dit beschermd wordt tegen elke voortijdige veroudering van de componenten. Het lekken van alkalinebatterijen bijvoorbeeld, kan verschrikkelijke schade aanrichten door het plastic aan te tasten. Tien jaar geleden hebben we daardoor hele mooie stukken verloren. Een lekkende condensator kan ook catastrofale gevolgen hebben als het de plastic plaat van de PCB 21 aantast. Naargelang het soort plastic, wordt het poreus, rubberachtig, verandert de kleur, enz.

 

PACKED : Hebben alle delen van de verzameling recht op een dergelijk proces van isoleren van onderdelen?

Mathieu Charreyre: Sommige types zijn minder problematisch zoals rekenmachines en mobiele telefoons. Toch hebben we problemen gehad met oude vloeibaar kristalschermen die begonnen lekken. Telkens moeten we oplossingen bedenken om dat soort toestanden te vermijden. Dat is vaak geval per geval, er bestaat geen standaardoplossing. We willen het apparaat zo lang mogelijk bewaren en als het toestel moet worden gebruikt, solderen we de onderdelen er weer in zodat het terug kan functioneren.

 

 <small>Accumulateurs retirés dans une NeXT Station N1100.</small> Verwijderde accumulatoren bij een NeXT Station N1100.

 

PACKED: Er zitten veel condensatoren in een computer. Welke verwijdert u?

Mathieu Charreyre: Degene met het grootste risico op defecten. Bijvoorbeeld degene die de voltage regelen van de verschillende elektronische delen van de computer. Ze bevatten altijd wat spanning en dat is een potentieel risico. De accumulatoren zijn hierbij de gevaarlijkste, inclusief degene die op het moederbord gesoldeerd zijn. Een niet-gebruikte accumulator in een apparaat begint binnen de tien jaar te lekken. In om het even welk apparaat en onder om het even welke opslagomstandigheden.

 

Defecte condensatoren in een voeding.

 

PACKED: Hebt u ook strategieën ontwikkeld voor de metaaldeeltjes in computers?

Mathieu Charreyre: We hebben met verschillende restauratietechnieken gewerkt voor roestverwijdering. Dat deden we samen met Aconit want voor hun collectie betekent het een groot probleem. Onze collectie bestaat vooral uit stukken uit plastic want de oudste dateren van het begin van de jaren 1970. Aconit verzamelt daarentegen materiaal dat dateert uit de jaren 1950 en 1960. De IBM PS/1 22 bijvoorbeeld bestaat uit niets anders dan metaal en dat is ook het geval met de IBM PC’s uit de jaren tachtig. Het apparaat weegt bijna dertig kilo, en roest houdt van dat soort metaal en is dus probleem nummer 1. Voor elk metaal, net als bij plastic, doen we testen.

 

PACKED: Welke andere problemen komt u zo tegen?

Mathieu Charreyre: Vaak zijn er ook mechanische problemen, zoals bij de grote schijflezers waarvan de rubberen aandrijfriemen poreus worden. Daarvoor zijn er jammer genoeg geen oplossingen. WDA heeft een omvangrijke collectie modems waarvan sommige met membranen werken omdat het om akoestische modems gaat die via modulatie werken. Die akoestische membranen die het omgevingsgeluid moesten beperken, waren uit rubber. Indien mogelijk trachten we ze quasi vacuüm te bewaren.

 

PACKED: Betekent dat dat u de aandrijfriemen uit de lezers haalt?

Mathieu Charreyre: Inderdaad. Anders bestaat het risico dat ze na een tijd uiteenvallen. We trachten twee of drie aandrijfriemen te vinden die compatibel kunnen zijn, zelfs als het geen originele aandrijfriemen betreft. In zo’n gevallen is een referentielijst heel handig. We verpakken alle aandrijfriemen in cellofaan waarna ze in de doos samen met het apparaat bewaard worden. In het kader van de uitwisseling tussen collecties waren we vroeger partner van een vereniging die CPC Hardware heette en die het grootste aantal Franstalige Amstrad CPC verzamelaars omvatte. Binnen die vereniging werd een echte kennis ontwikkeld over de restauratie van Amstrad CPC: elektronica, diskettelezers, cassettes… Ze hadden alle referenties van de verschillende modellen en generaties van Amstrad CPC teruggevonden en ze kochten grote hoeveelheden drijfriemen bij een fabriek in Duitsland die de juiste spanning en lengte produceerde, zelfs al waren ze oorspronkelijk niet bedoeld voor de Amstrad.

 

 <small>Un ordinateur Amstrad CPC 6128 restauré par la WDA.</small> Een door WDA gerestaureerde Amstrad CPC 6128 computer.

 

PACKED : Zulke verenigingen ziet u als waardevolle specialisaties?

Mathieu Charreyre: Inderdaad, net zoals het Comité Européen Oric (CEO) gespecialiseerd is in Oric computers. Er bestaan in totaal drie Oric’s: Oric Atmos, Oric-1 en Oric Telestrat. De leden van CEO zijn experten in deze computers. Ze zijn tussen vijftig en zestig jaar oud en ze kennen ze vanbuiten. Ze hebben een technieker die Jean Boileau heet, en elke keer één van onze Oric’s een onderhoud nodig heeft, geven we hem aan meneer Boileau in de plaats van er zelf aan te prutsen. Hij ontkoppelt elke component en test ze één voor één. Hij maakt bepaalde chips los en voegt extra plugs toe zodat ze gemakkelijker weggenomen kunnen worden. Alle chips en Eproms behandelt hij op dezelfde manier. Al onze Oric’s zijn door CEO behandeld zodat de chips makkelijk geïsoleerd kunnen worden, ook degene die ROM bevatten. We geven ze liever aan specialisten vanuit de netwerkgedachte.

 

PACKED : Zijn er buiten deze verenigingen ook overheidsinitiatieven waarmee u samenwerkt?

Mathieu Charreyre : We hebben vaak deelgenomen aan de vergaderingen van de conservatoren van het digitaal patrimonium CNAM, als genodigde om ons standpunt toe te lichten. Het probleem waar zij mee zitten is hoe men zeker kan zijn dat het materiaal in de kelders van CNAM binnen vijftig jaar nog bruikbaar is. Ik denk niet alleen dat het onmogelijk is om zeker te zijn, maar het zal ook nooit het geval zijn. Nadien is BNF (Bibliothèque Nationale de France) bij WDA langs geweest in het kader van hun ‘verwerving van cultureel videopatrimonium’. Daar gaat het om verschillende soorten software: programma’s, spellen, drivers… die we hen regelmatig ter beschikking stellen voor alle soorten platformen en types dragers zoals cassettes, banden, CD’s, enz. BNF geeft ons verzoeklijsten door en daarmee gaan we aan de slag.

BNF is zeer strikt en wil echt alles bewaren, ook de kopieerbescherming en zo. Vincent Joguin, de vroegere voorzitter van Aconit, ontwikkelde Disk2FDI 23, een programma waarmee dragers van verschillende platformen zoals Apple, Amiga… kunnen gerecupereerd worden en bewaard in een archief.  Zoals de naam aangeeft maakt Disk2FDI bestanden in FDI formaat. Deze software is door BNF erkend en we hebben een volledige licentie die goed van pas komt alhoewel we ook andere software gebruiken om niet van één standaard afhankelijk te zijn.

 

PACKED: Het is een programma dat toelaat gegevens van verschillende dragers te recupereren?

Mathieu Charreyre: Het is een complex soft- en hardwareplatform  dat ook beperkend werkt, want je hebt apparaten van bepaalde types nodig en je moet clausules respecteren bij het bewaren van gegevens. We hebben een type dat gegevens kan verzamelen van een twintigtal verschillende dragers. Deze Rips in FDI worden beschouwd als het meest duurzaam. Vincent Joguin is zeer begaan met het zo lang mogelijk bewaren en werkt mee aan het Europees KEEP 24 project waaraan ook BNF en CNAM deelnemen en dat een draagbaar emulatieknooppunt wil ontwikkelen. De idee van de knoop is de bestaande en toekomstige emulatiemethoden bestendigen. Toch blijven de initiële gegevens essentieel en is het belangrijk ermee begaan te zijn. Diskettes, audiocassettes en andere banden geraken zeer snel beschadigd.

 

De  Agitator genaamde computer van WDA die gegevens afkomstig van verschillende in onbruik geraakte systemen kan omzetten.

 

PACKED: Is het overdragen en het bewaren van gegevens die zijn opgeslagen op oude dragers een dienst die WDA aanbiedt?

Mathieu Charreyre: Inderdaad, drie weken geleden hebben we de gegevens gerecupereerd die waren opgeslagen op Syquest 44Mo25 banden. We bezitten meer dan tweehonderd verschillende lezers, het is iets wat ons steeds vaker gevraagd wordt. Toch zijn er bepaalde 8" diskettes die moeilijk over te zetten zijn. Er zijn verschillende 8" lezers en naargelang het gebruikte platform, IBM Datamaster26 of iets anders, zijn de sectoren anders ingedeeld. Die wisselende instellingen vragen bijzonder veel tijd.

 

PACKED: Leent WDA vaak materiaal uit voor tentoonstellingen?

Mathieu Charreyre: In 2007 hebben we de tentoonstelling 'l'Homme Nomade' in het stadhuis van Boulogne georganiseerd met iets minder dan honderddertig stukken. Algemeen gesproken doen we geen tentoonstellingen omdat onze eisen niet ingewilligd kunnen worden. Zoals bijvoorbeeld een PVC voorzien met voldoende dikte waardoor de apparaten tegen UV-stralen beschermd worden, geen direct zonlicht op de computers, ver genoeg van het publiek zodat aanraken onmogelijk is… Spijtig genoeg kunnen deze voorwaarden slechts zelden gerespecteerd worden en dan geef ik zulke aanvragen door aan andere collecties die geïnteresseerd zouden kunnen zijn. WDA wil altijd zo lang mogelijk bewaren. Als we al twintig jaar apparaten verzamelen is het niet opdat ze binnen tien jaar niet meer zouden functioneren.

 

PACKED: Kan een museum met een uitrustingsprobleem bij WDA aankloppen voor een toestel, wisselstukken of voor bijstand bij het herstellen van een kapot toestel?

Mathieu Charreyre: Ja, WDA biedt onderhoudsdiensten aan voor particulieren en instellingen. Naast onze collectie hebben we miljoenen wisselstukken voor de meest uiteenlopende apparatuur. Dankzij onze lange ervaring weten we in 60% van de gevallen welk defect het meest optreedt bij een bepaald toestel. Bij een welbepaalde generatie van de iMac G527 is er een veelvoorkomend probleem met de condensatoren die VRM (Voltage Regulator Module) genoemd worden. Zo heeft ieder toestel zijn achilleshiel en voor onze collectie stellen we preventieve conservatiestrategieën op. De O2’s van Silicon Graphics28 hebben een zeer gevoelige CD klep en we isoleren ze bij alle exemplaren die we bewaren. De kapotte condensatoren, zoals die van de iMac G5, worden darentegen verwijderd en vervangen want we beschouwen ze als onderling verwisselbare elementen.

 

À gauche, un ordinateur O<sup>2</sup> de Silicon Graphics. Links, een O2 computer van Silicon Graphics.

 

PACKED: Sommige technici denken dat het beter is de toestellen af en toe onder stroom te zetten vooral om de condensatoren in goede conditie te houden.

Mathieu Charreyre : Er zijn inderdaad verschillende scholen maar ik denk dat als iets inert is en alles wat ‘levend’ is verwijderd wordt,  je het langer kan bewaren. We beschouwen condensatoren als wegwerpmateriaal, dus uit veiligheidsoverweging verwijder ik ze liever. We vertrouwen ze niet maar bewaren wel de originele, eens ze verwijderd zijn. Condensatoren zijn geen zeldzame stukken en behalve als het om heel grote condensatoren gaat, zijn ze makkelijk te vinden. We verwijderen ze simpelweg om te vermijden dat ze verouderen in het toestel en het ernstig kunnen beschadigen. De productie speelt een grote rol bij de levensduur. Onlangs ontvingen we een lading computers van een verzekeringsmaatschappij. Het waren merkloze dingen van vijf tot zeven jaar, maar alle condensatoren waren defect. Bij een vergelijkbare computer van Dell uit dezelfde tijd zijn alle condensatoren meestal in perfecte staat.

Olivier Lippmann: De chemische condensatoren zijn het meest onderhevig aan veroudering. Binnenin zit een soort zure vloeistof of gel en na verloop van tijd verdampt ze omdat de rubberring langs de geleiding niet meer dicht is. In het slechtste geval lekt de vloeistof en tast ze de omliggende componenten aan of de circuits op de printplaat. Zelfs ongebruikt en in perfecte omstandigheden bewaard, duiken er problemen op na een dertigtal jaar. Er bestaan ook droge condensatoren met een isolerend materiaal tussen twee blaadjes aluminium. Het geheel wordt ondergedompeld in een hars en is normaal volledig inert. Na meerdere decennia verliest de hars haar werking en kan er schade ontstaan door het ontploffen van de component. Voor een tutorial op het forum van WDA heb ik een voeding herstelt en op de foto’s kan je duidelijk de verdroogde en ontplofte condensator zien.

 

Condensateurs de marque RIFA fêlés et défectueux provenant d'une alimentation d'Apple II. Defecte condensatoren van het merk RIFA uit de voeding van een Apple II.

 

PACKED: Kan het onder stroom zetten bijdragen tot een langere levensduur?

Olivier Lippmann: Alles hangt af van het gebruikte materiaal maar ik denk eerder dat elektronische spanning en stroom in de onderdelen sneller doet aftakelen en verslijten. Dat is des te meer het geval als dat soort onderdelen voor voeding gebruikt worden.

 

PACKED: Zijn condensators de meest onstabiele componenten?

Olivier Lippmann: Zeker als ze gebruikt worden in een omgeving met veel stroom en/of hoge frequentie (video, voeding, zenders, enz.). In verhouding heeft een weerstand daar geen last van want die bestaat eenvoudigweg uit carbon of lagen metaal. Toch verslijten na een bepaald aantal gebruiksuren ook de meest resistente weerstanden wanneer ze onder zware spanning staan. Dit is het geval bij stroomschakelvoeding, dus bij alle soorten voeding die vandaag gebruikt worden – die klein zijn maar onder zeer grote spanning worden geplaatst. Er ontstaan grote stroompieken die het bestanddeel vroegtijdig doen verslijten. Bij voeding van middelmatige kwaliteit worden soms weerstanden van 1 à 2W gebruikt terwijl ze 5W moeten doorstaan. Ze functioneren gedurende 6 maanden waarna ze verbranden en de stroomtoevoer niet langer doorgeven. Bij geïntegreerde circuits hangt het af van de manier waarop ze gebouwd zijn. Oude geïntegreerde circuits of transistors die droog en zonder statische elektriciteit bewaard worden, gaan heel lang mee. Terwijl ik ook al verroeste delen gezien heb in goedkoop gemaakte circuits van de tweede zone.

 

PACKED: Na een bepaalde tijd verliezen de onderdelen als het ware hun evenwicht?

Olivier Lippmann: Inderdaad. Oorspronkelijk is het onderdeel voorzien om een bepaalde voltage of spanning te doorstaan. Na verloop van tijd verliest het zijn oorspronkelijke eigenschappen en verdraagt het minder grote krachten om uiteindelijk te verbranden.

Mathieu Charreyre: Zoals gezegd, heeft elk toestel zijn achilleshiel en om onze kennis daarover uit te breiden organiseren we testsessies. Door dat te doen voor de Apple II29 zagen we dat er een probleem was met de voeding.

Olivier Lippman: Als we de schermen aansloten, werkten ze kort tot er plots rook ontstond en de zekeringen sprongen. Een voedingscondensator houdt op te werken door de sterke stroom die erdoor loopt. Het is een veelvoorkomend probleem bij de Apple IIc monitoren die gemaakt werden door een onderaannemer die onderdelen gebruikte die niet aan bepaalde normen voldeden. In het beste geval springt de zekering, in het slechtste geval brandt het.

 

<small>Olivier Lippmann inculquant les rudiments de la soudure de composants lors d'une visu de la WDA.</small> Olivier Lippmann verwijdert soldeerresten bij componenten tijdens een nazicht door WDA.

 

PACKED: Kan men stellen dat hoe kleiner en dichter de elektronica wordt, hoe moeilijker het is om het evenwicht in het apparaat te bewaren?

Olivier Lippmann: Hoe kleiner de onderdelen en circuits, hoe delicater de productie en hoe minder resistentie. Het verkleinen heeft ook tot gevolg dat alle elektronische componenten dichter bij elkaar liggen. Twintig jaar geleden was een condensator met dezelfde specificaties vier keer groter dan nu. Hetzelfde geldt voor geïntegreerde circuits, op dertig jaar tijd zijn we van enkele duizenden transistors naar meerdere honderden miljoenen gegaan op eenzelfde oppervlakte! Daardoor is ook de stroom die nodig is om deze circuits te voeden veel krachtiger geworden en moet men koelingselementen voorzien. Anders verbranden de circuits in enkele seconden.

Vandaag is het bouwen van een geïntegreerd circuit, chemie van topniveau want de afstand tussen de elementen is minuscuul, enkele nanometers. Een dertig jaar geleden gebouwde processor werkt waarschijnlijk binnen dertig jaar nog zonder problemen. Maar voor de huidige processors durf ik mijn hand niet in het vuur te houden. Er zijn metalen die met elkaar reageren en een groot aantal chemische reacties komt tot stand. Als je het vergelijkt met de auto-industrie is een auto van vijftig jaar geleden veel zwaarder en logger, maar solieder of in ieder geval gemakkelijk te repareren. Vandaag werkt een auto slechts drie of vier jaar zonder problemen. Eén van de redenen is dat er veel elektronica zit in een auto. Als die blootgesteld wordt aan vocht, koude en hitte ontstaan er thermische en mechanische schokken die de onderdelen extreem belasten.

 

PACKED: Zijn chips ook onderhevig aan ouderdom? Kan de informatie die ze bevatten, verdwijnen?

Mathieu Charreyre : Tot nog toe stelden we een lange levensduur van chips vast. Computers waarbij de ROM30niet meer functioneert, zijn zeldzaam. Deze onderdelen zijn gevoelig voor licht en elektromagnetische stroom, daarom maken we dumps, rips van de ROM die we bewaren. De chip zelf kan door een andere vervangen worden zolang de capaciteit en de aansluitingen dezelfde zijn. Als we de 'dump' erop zetten, werkt het weer. De chip is enkel een drager, zoals een diskette.

 

PACKED: Een deel van de problemen met elektronisch materiaal hebben te maken met de opslagomstandigheden. Hoe en waar stockeert u uw apparatuur?

Mathieu Charreyre: We hebben verspreid over verschillende vestigingen ongeveer 230m3 stockageruimte. Sommige in het zuiden van Frankrijk en bepaalde apparaten zijn verdeeld onder leden van de vereniging. De bewaarplaatsen worden ook gekozen in functie van de onmiddellijke beschikbaarheid van de delen. De ruimtes mogen niet te droog zijn, maar zeker ook niet vochtig. Ze moeten natuurlijk beschermd zijn tegen weer en wind. De lucht moet circuleren en idealiter worden de stukken naast elkaar bewaard zonder elkaar te raken, maar dat vraagt veel plaats.

 

PACKED : Hoe is de collectie gecatalogiseerd?

Mathieu Charreyre: De site en de catalogus van de vereniging zijn geprogrammeerd in PHP31 met een MySQL32 databank, het forum inbegrepen. Voor elke entry zijn er verschillende velden: type, categorie, inventarisnummer, conditie, identiteit van de donor als het om een ruil gaat, enz. Het aantal en type velden hangt af van de categorie, of het om een console, een processor, computer, software, spel of andere gaat. Sommige velden zijn zichtbaar voor bezoekers van de WDA-site, andere niet.

 

PACKED : Welke types informatie zijn niet beschikbaar voor het publiek?

Mathieu Charreyre: De velden 'restauratie', 'onderhoud' of 'reiniging' omdat ze de naam van de gebruikte producten bevatten en die zijn enkel beschikbaar voor de leden van de organisatie. Je vindt er de datum waarop een behandeling begonnen of beëindigd is, het soort behandeling, bijvoorbeeld het weghalen van roest op de vijzen, montage of 'swap' van poorten, etc. Dat stelt ons in de mogelijkheid om na te gaan of het plastic beschadigd is na een behandeling.

Andere interessante info over de restauratie is wel beschikbaar. Het veld ‘acquisitie’ bevat foto’s van de belangrijke schenkingen met interessante objecten. De foto’s gebruik ik om de staat voor en na een restauratie te vergelijken. Verbanden tussen verschillende apparaten zitten ook in de databank, net als interessant materiaal op het forum. Bij een restauratie vind ik het interessant de beschrijving op de fiche te koppelen aan de bijhorende discussie op het forum.

 

<small>Capture d'écran du site web de la WDA.</small> Screenshot van de website van WDA.

 

PACKED: Zo wordt de kennis van WDA bewaard. Op welke andere manieren bewaart u kennis?

Mathieu Charreyre: De kwestie van kennisconservatie is nog geen prioritaire problematiek van WDA gezien ik, maar 35 jaar oud ben maar het is juist dat daar verandering in moet komen. Soms hebben we stagiairs die we dingen leren zodat een deel van onze ervaring doorgegeven wordt. Ik neem ook geregeld interviews op met verzamelaars. Momenteel is deze info nog niet goed georganiseerd. Het zijn audiobestanden op de server van de vereniging. Ik interviewde bijvoorbeeld een verzamelaar van TRS-8033 en iemand van de Fédération des Équipes Bull34. Deze mensen worden een dagje ouder en het zou zonde zijn hun kennis, hun anekdotes en wat ze ons kunnen leren over de geschiedenis van een apparaat niet gedocumenteerd zou worden.

 

 

Noten:

 

  • 1. Zie: http://www.aconit.org
  • 2. Zie: http://www.silicium.org
  • 3. Zie: http://www.mo5.com
  • 4. Zie: http://www.cnam.fr
  • 5. Zie: http://www.bnf.fr
  • 6. Zie: http://www.cnrs.fr
  • 7. Zie: http://www.cite-sciences.fr
  • 8. Zie: http://www.bolo.ch
  • 9. Het moederbord is het belangrijkste element in de architectuur van een computer. Het is samengesteld uit gedrukte circuits en aansluitingspoorten voor alle andere componenten zoals de processor, het RAM, de extra geheugenkaarten en de harde schijf.
  • 10. Het Nintendo Entertainment System of NES is een 8 bits videospelconsole van de Japanse producent Nintendo gelanceerd werd in Noord-Amerika in 1985 en in 1986-1987 in Europa en Australië. Zijn Japanse equivalent is de Family Computer of Famicom, die in 1983 op de markt kwam. De console had een enorm succes in Japan en Noord-Amerika en was essentieel in de heropleving van de videospelindustrie na de crash van 1983. Hij bepaalde de normen voor de volgende generaties van het game design (het eerste moderne platformspel Super Mario Bros. was de eerste game die de aankoop van de console rechtvaardigde, het was een killer game). De NES is ook de eerste console waarbij Nintendo andere externe ontwikkelaars tegemoet kwam. Bron: Wikipédia.
  • 11. De Game & Watch zijn elektronische zakspellen gemaakt door Nintendo van 1980 tot 1991, onder andere ingebouwd in uurwerken en wekkers. Bron: Wikipedia.
  • 12. Olivetti S.P.A. is een Italiaanse fabrikant van computers, printers en andere kantoormachines. Olivetti is in 1908 nabij Turijn opgericht door Camillo Olivetti als fabriek van schrijfmachines. Bron: Wikipedia.
  • 13. Dell Optiplex is het professionele gamma computers verkocht door Dell. Bron: Wikipedia.
  • 14. De iMac G3 is het eerste model van de iMac, een familie van alles-in-één computers bedacht en gebouwd door Apple Inc., toen Apple Computer. De iMac G3 combineert in eenzelfde behuizing een 15 inch scherm en de processor. Aanvankelijk enkel beschikbaar in blauw, Bondi Blue genaamd, maar nadien volgden vele andere kleuren. De iMac werd geleverd met een muis en klavier in dezelfde kleur. Bron: Wikipedia.
  • 15. Micral is een reeks van microcomputers die werden geproduceerd door het Franse bedrijf Réalisation d'Études Électroniques (R2E), gestart met de Micral N begin 1973. Bron: Wikipedia.
  • 16. Alice is een computer gebouwd door de Franse onderneming Matra-Hachette, verkocht sinds 1983. Het is een kloon van de MC-10, een computer van het Amerikaanse bedrijf Tandy. Bron: Wikipedia.
  • 17. De Oric Atmos was de opvolger van de Oric 1 en had bijna dezelfde kenmerken  De belangrijkste verschillen met de Oric 1 waren het toetsenbord en de debugged ROM (de ORIC 1 had verscheidene bugs). Alhoewel verbeterd, was het laadproces van tape nog steeds onzeker. Het echte mechanische toetsenbord was echt beter. Twee versies waren beschikbaar, met 16 of 48 KB RAM. De 16 KB versie kon men niet upgraden, slechts weinig exemplaren werden verkocht. Bron: http://www.old-computers.com.
  • 18. CEO is een acroniem dat staat voor Club Europe Oric. Zie: http://www.oric.org
  • 19. Mœbius is het pseudoniem van Jean Giraud, Frans tekenaar en scenarist van strips. Bron: Wikipedia.
  • 20. Amstrad is een informaticabedrijf opgericht door Alan Michael Sugar in Groot-Brittanië, Brentwood Essex. De naam is een samentrekking van Alan Michael Sugar TRADing. In de jaren 1980 lanceerde het bedrijf de populaire personal computers Amstrad CPC in Engeland, Frankrijk en Duitsland en het gamma professionele computers Amstrad PCW, een apparaat dat functioneerde onder het besturingssysteem CP/M. Het bedrijf ging met zijn tijd mee en produceerde nadien goedkope computers op  MS-DOS, de eerste daarvan was de Amstrad PC-1512. Bron: Wikipedia.
  • 21. Een gedrukt circuit (of PCB van het Engels 'Printed Circuit Board') is een drager, meestal een kaart die toelaat een aantal elektronische componenten elektrisch te verbinden om een complex elektronisch circuit tot stand te brengen. Soms ook elektronische kaart genoemd. Ze is samengesteld uit één of meerdere fijne laagjes koper van elkaar gescheiden door een isolerend materiaal. De koperlagen worden gegraveerd door een chemisch procedé zodat circuits gevormd worden die uitmonden in pastilles. Het circuit board wordt bedekt met een laag gekleurd vernis dat de circuits beschermt tegen roest en kortsluitingen. De circuits verbinden verschillende zones van de bedrukte kaart. De geperforeerde pastilles leggen een elektronische verbinding tussen de erop gesoldeerde componenten of tussen de verschillende laagjes koper. In sommige gevallen worden niet geperforeerde pastilles gebruikt om er componenten op te solderen. Bron: Wikipedia.
  • 22. De IBM PS/1 was een merk voor een reeks van personal computers en was IBM's terugkeer naar de consumentenmarkt in 1990, vijf jaar na de IBM PCjr. Het apparaat werd vervangen door de IBM Aptiva in september 1994. Bron: Wikipedia.
  • 23. Disk2FDI is een shareware hulpprogramma dat draait onder DOS om Formatted Disk Image (FDI) bestanden te creëren van bestaande floppy disks. Zie: http://www.oldskool.org/disk2fdi
  • 24. Zie: http://www.keep.eu/keep/
  • 25. SyQuest Technology, Inc. is een fabrikant van verwijderbare diskettelezers die in 1982 werd gesticht door Syed Iftikar (Sy's Quest). Oorspronkelijk maakte de onderneming 3.9" lezers voor het leger. Het introduceerde de eerste 5.25" lezer in 1986, waardoor ze de industrie voor verwijderbare diskettelezers voor persoonlijke computers startte. De lezers werden de facto de standaard voor de grafische en drukkerijsector met meer dan één miljoen verkochte exemplaren in 1994. SyQuest introduceerde achtereenvolgens verschillende nieuwe lezers die allemaal incompatibel waren met de eerste generatie lezers en met elkaar. Bron: Wikipedia.
  • 26. De System/23 Datamaster (Model 5322) werd door IBM aangekondigd in juli 1981, slechts één maand voor de IBM PC. De Datamaster was een alles-in-één computer met een beeldbuisscherm voor tekstweergave, klavier, processor, geheugen, en twee 8-inch floppy disk lezers samen ingebouwd in een kast. Bron: Wikipedia.
  • 27. De iMac G5 was een reeks Macintosh desktop computers die werden ontworpen en gebouwd door Apple Inc. en waren gebaseerd op de PowerPC chip architectuur. Het was de laatste reeks iMac computers met de PowerPC chip en dus de laatste iMacs die toepassingen onder Mac OS 9 (Classic) konden draaien. Bron: Wikipedia.
  • 28. De SGI O2 is het basis werkstation uit het Silicon Graphics gamma, gebouwd tussen 1997 en 2001. De SGI O2 is herkenbaar aan de blauwe kast met afgeronde hoeken. Achteraan is er een slot voor de moederkaart en 4 uitbreidingsslots. Langs de voorkant is er een CD-ROM schuif. De audio-aansluitingen zitten aan de zijkant. Bedoeld voor grafische toepassingen zit er een krachtige grafische kaart in die kan uitgebreid worden voor video-opname. De SGI O2 heeft geen diskettelezer. Bron: Wikipedia.
  • 29. De Apple II is een 8-bit home computer. Het is één van de eerste succesvolle microcomputers in massaproductie. Hij werd hoofdzakelijk ontworpen door Steve Wozniak, gebouwd door Apple Computer (nu Apple Inc.). Hij werd in 1977 op de markt gebracht. De Apple II is het eerste model in een reeks computers die werd gebouwd tot het stopzetten van de Apple IIe productie in november 1993. Bron: Wikipedia.
  • 30. Read-only memory (ROM – enkel lezen geheugen) is een type opslagmedium dat wordt gebruikt in computers en andere elektronische toestellen. Gegevens bewaard in ROM kunnen niet of slechts langzaam en moeizaam bewerkt worden, daarom wordt het hoofdzakelijk gebruikt voor het verdelen van firmware (software die nauw verbonden is met specifieke hardware en dus niet of nauwelijks onderhevig aan regelmatige updates). Bron: Wikipedia.
  • 31. PHP is een programmeertaal voor verschillende toepassingen langs server-zijde, oorspronkelijk ontworpen voor ontwikkeling van dynamische webpagina’s. Het is één van de eerste server programmeertalen ingebed in een HTML-brondocument, zonder beroep te doen op een extern bestand om de data te verwerken. De code wordt behandeld door een webserver met een PHP-processormodule die de uiteindelijke webpagina genereert. Bron: Wikipedia.
  • 32. MySQL is een databankbeheersysteem. Naargelang het type toepassing is de licentie vrij of eigendomsgebonden. Het is een van de meest gebruikte databankbeheersystemen wereldwijd, zowel voor het grote publiek (vooral webtoepassingen) als voor professionals naast Oracle en Microsoft SQL Server. Bron: Wikipedia.
  • 33. De TRS-80 is een microcomputer gebouwd door Tandy RadioShack. Bron: Wikipedia.
  • 34. Zie: http://www.feb-patrimoine.com
interview_tag: 
logo vlaamse overheid