Interview met Jean Herben (ISET)

Olnes, 17 december 2009

 

Na studies in elektronica aan het Institut Supérieur d'Enseignement Technologique de la Haute École in Luik, heeft Jean Herben als technicus gewerkt bij verschillende kleinhandelaars in audio- en videoapparatuur, en vervolgens als technisch verantwoordelijke bij een onderneming die dienstverlening verzorgt na verkoop. Het is uit liefde voor zijn roeping dat hij in 1978 zelf docent is geworden aan het Institut Supérieur d'Enseignement Technologique de la Haute École in Luik, waar hij een cursus over televisie en video doceert. Hij heeft doorheen zijn loopbaan een expertise opgebouwd die zich in het bijzonder toespitst op de herstelling van niet-professionele audio- en video-apparatuur zoals videorecorders, camcorders en televisietoestellen. Zijn voorliefde voor het oplossen van technische problemen en het onderhouden van apparatuur dreef hem vanaf 1988 tot het schrijven een reeks van boeken over het onderhoud en de herstelling van televisietoestellen, videorecorders, camcorders en optische lezers. Ze worden tegenwoordig uitgegeven door DUNOD.

Emanuel Lorrain (PACKED vzw) ontmoette Jean Herben en sprak met hem over zijn ervaring met deze apparatuur en om te weten te komen welke elementen belangrijk zijn voor het risicobeheer van pannes en defecten bij apparatuurtypes die als ‘niet-professioneel’ worden bestempeld en die vaak worden gebruikt door videokunstenaars.

PACKED: Wat is je vorming/opleiding, hoe ben je bij video terechtgekomen ?

Jean Herben: Mijn schoolloopbaan is redelijk eenvoudig. In 1970 ben ik afgestudeerd aan de school waar ik vandaag lesgeef, het Institut Supérieur d'Enseignement Technologique in Luik. De kwalificatie luidde toen ‘gegradueerd in elektronica’, wat gelijk is aan het huidige niveau van Bac+ 3 of bachelor. Het was een compleet toeval dat me vervolgens naar video bracht. In de tijd van mijn studies was er slechts één enkele afdeling die ‘elektronica’ noemde. Het was pas aan het einde van mijn studies dat ik solliciteerde voor een job bij een hersteller; ik wou onmiddellijk beginnen werken. Na het einde van mijn studies heb ik dus acht jaar gewerkt in verschillende privébedrijven voor het onderhoud van vooral televisietoestellen maar ook van audioapparatuur zoals recorders of versterkers. Ik ben mijn carrière begonnen op het moment van de opkomst van de kleurentelevisie.

PACKED: Het is dus de herstellingspraktijk die je veel later naar het lesgeven over televisie en video heeft geleid?

Jean Herben: Ja, tijdens mijn jaren als professioneel hersteller heb ik steeds de defecten bestudeerd die me werden voorgeschoteld door het verzamelen van documenten en het maken van aantekeningen. Aangezien ik steeds graag les wou geven, heb ik vervolgens gesolliciteerd voor een betrekking van docent. Ik bekleed deze functie nog steeds aan het ISET waar ik een cursus geef over elektronica en audio-video.

PACKED: Op welk moment begon je te werken met videorecorders?

Jean Herben: De eerste VHS1 en Betamax2 spelers zijn op de markt verschenen wanneer ik begon met lesgeven, en ik verantwoordelijk was voor lessen over televisie. De herstellers raakten niet aan de eerste VCR-recorders omdat de technologie nieuw was en de fabrikanten zelf het onderhoud en de herstelling ervan verzorgden. Het was een tijd waarin zich echt overal technische diensten bevonden. Philips had bijvoorbeeld een heel groot centrum in Evere3 met daarnaast een herstellingsdienst in elke grote Belgische stad, met telkens vijf tot zes technici per centrum. VCR’s waren werkelijk primitieve apparaten, de N1500 en N17004 waren niet compatibel en er was ook nog de SVR van Grundig5.

Parallel met mijn cursus ben ik mij op de hoogte blijven houden over de technische evoluties op het vlak van video. Dat ik ben aanbeland bij videospelers, was op vraag van een vriend die een herstellingszaak wou opstarten. Het was een mogelijkheid om in de praktijk te werken met videospelers; ik was dan ook één van de eersten die zich bezig hield met videorecorders buiten de fabrikanten zelf. In die tijd interesseerde ik me ook voor camcorders omdat ik een grote leemte had opgemerkt op het vlak van het onderhoud hiervan. Aangezien ik dit werk parallel aan mijn lesgeven deed, ben ik beetje bij beetje begonnen met dit te integreren in mijn lessen aan de Haute-Ecole de Liège.

image

PACKED: Het is dus de zin om te werken met videorecorders en camcorders die je heeft teruggebracht tot het onderhoud?

Jean Herben: Ja, aangezien die onderneming niet onze broodwinning was. We waren beiden immers docenten en de technici in de zaak waren oud-studenten. Ik heb trouwens geen geld geïnvesteerd in de onderneming en ik werd ook nooit vergoed; enkel de technische aspecten interesseerden mij. Het doel was niet om rijk te worden of om ‘zaken te doen’, maar wel om een dienst van hoge kwaliteit aan te bieden. Dit is ook de reden waarom dit centrum één van de eersten was om voor bijvoorbeeld Philips te werken. De onderneming noemde Telectro6 en ze is uitgegroeid tot een erkend herstellingscentrum voor Philips, Hitachi, Panasonic en vooral Sony. Onder andere de daling van de prijs van de apparatuur deed de herstelling op een drastische manier teruglopen. Ik heb, in een goede verstandhouding, mijn samenwerking officieel stopgezet in 2000 en de onderneming heeft haar activiteiten – alhoewel ze altijd bloeiend was – stopgezet in augustus 2009.

PACKED: Wanneer ben je beginnen schrijven over de herstelling en het onderhoud van apparatuur voor audio-video?

Jean Herben: Ik heb reeds vanaf mijn studentenjaren steeds een voorliefde gehad voor goed georganiseerde cursusboeken en ik heb deze gewoonte behouden toen ik mijn eigen lessen moest structureren. Vervolgens is het idee van boeken te schrijven vrij natuurlijk ontstaan, maar een eerste project met een uitgever die me contacteerde, is in het water gevallen. Het is pas later, na in contact te zijn gebracht met BCM7, die mijn eerste uitgever werd, dat mijn eerste boek is verschenen. BCM dacht dat er een publiek bestond voor dit genre van boeken.

image

PACKED: Welk type van lezers beoog je?

Jean Herben: Voornamelijk studenten in elektronica en audio-video, en onderhoudstechnici.

PACKED: Hoeveel boeken zijn er verschenen bij BCM?

Jean Herben: BCM heeft twee boeken uitgegeven, één over CD-spelers en één over videorecorders. De problemen met de CD-spelers begonnen en aangezien ze duur bleven, loonde het onderhoud de moeite. Vanaf het moment dat de prijs van CD-spelers daalde, is het boek niet veel meer verkocht. Het boek over videorecorder, voor de eerste keer uitgegeven in 1988, heeft daarentegen wel goed verkocht voor een eerste uitgave van dit type; een tweede editie werd tijdens het volgende jaar gepubliceerd.

BMC stopte vervolgens met de publicatie van de editie en het is Dunod die eerst twee volumes over televisie en het onderhoud van televisies heeft uitgegeven, om daarna het boek over videorecorders opnieuw uit te geven en diegenen te publiceren die hierop zijn gevolgd. Dit is zeer ironisch omdat in de periode dat ik op zoek was naar een eerste uitgever voor mijn boek, ik uittreksels heb gestuurd naar Dunod, die helemaal niet geïnteresseerd was. Ze hadden me geantwoord dat ze niet zagen welke nieuwe informatie mijn boek bevatte in vergelijking met andere boeken, al bestond er nog helemaal geen boek over dit type van videospelers.

PACKED: Hoeveel boeken heb je gepubliceerd bij Dunod?

Jean Herben: De eerste twee boeken die ik heb gemaakt voor Dunod gingen over televisie, daarna één over het onderhoud van videorecorders, een derde over televisietoestellen, twee boeken over camcorders, een vierde en daarna een vijfde over televisies, één over de defecten van videorecorders en één over CD/DVD-lezers en recorders. Het geheel werd onderbroken door verschillende heruitgaven.

De boeken over de videorecorders en camcorders zijn vertaald in het Spaans en de uitgave over videorecorders is integraal vertaald in het Russisch. Vervolgens heb ik een video gemaakt over het onderhoud van videorecorders, maar ik denk dat die een beetje te laat is uitgekomen. Het idee bestond reeds een tijdje, maar de realisatie was ingewikkeld en ik heb uiteindelijk alles zelf gedaan in mijn studio.

PACKED: Wat was in het begin de inhoud van je lessen? Zijn ze sindsdien veranderd?

Jean Herben: Ja, mijn cursussen evolueren in functie van de evolutie van de technologie. In het begin waren er bijvoorbeeld delen die handelden over videoformaten zoals VCR, Betamax en V20008, wat toen veelbelovende formaten waren. Wat betreft V2000 zijn er een hele reeks aan problemen opgedoken die het formaat onrendabel maakten en Betamax heeft grotendeels de strijd met VHS verloren waarmee het in Europa werd geconfronteerd. Als gevolg hiervan zijn V2000 en Betamax zeer snel uit mijn cursus verdwenen. Tegenwoordig staan de VHS-recorders, ondanks hun toenemende verdwijning, nog steeds op het programma van mijn lessen en mijn lessen over televisie blijven hoofdzakelijk gericht op analoge televisie omdat de meeste televisietoestellen nog steeds op deze manier functioneren. Toch integreert dit college steeds meer het digitale, flatscreens en de MPEG-29.

 Het laboratorium in de klas van Jean Herben in Luik.

PACKED: Denk je dat de kennis van technici over analoge video’s aan het verdwijnen is?

Jean Herben: Het is zeker dat de videotechnici en elektronica-specialisten op het vlak van video zeldzaam aan het worden zijn en het is daarom dat mijn studenten relatief snel een job vinden want er zijn er niet veel die deze technische bagage hebben wanneer ze afstuderen. In heel België zijn we de enigen die dergelijke technici opleiden en dit jaar zijn er slechts drie studenten in de afdeling video. 2010-2011 zal daarentegen een goed jaar zijn.

In Frankrijk heeft Thomson een school gesticht die de Réseau Ducretet10 noemt en die onderhoudstechnici en verkopers opleidt. De Duitse firma ASWO11, die reserveonderdelen levert, verzekert ook enkele opleidingen. Fabrikanten als Sony, Philips, enz., boden in het verleden opleidingen aan, maar geven vandaag dergelijke opleidingen niet meer. Ze missen personeel om dit te doen en ik was zelf freelance opleider voor Sony en Philips in België. Tussen 1993-1994 kreeg ik een vraag van Philips om les te geven aan hun technici en ik heb, eerst in Namen en nadien ook in Luik, vier lessen gegeven die volledig handelden over televisie, televisietoestellen en videospelers. Sony heeft me ook gevraagd om les te geven want hun opleider had hen verlaten en ze hadden iemand nodig om hem te vervangen. Zo heb ik dus, parallel aan mijn lessen, twee of drie jaar lang deze opleidingen gegeven. Tegenwoordig zijn er af en toe enkele specifieke cursussen die op het internet te volgen zijn via videoconferencing maar die handelen niet over oude apparatuur, enkel over nieuwe technologieën.

Op het einde van de jaren ’70 had elke belangrijke Belgische stad een centrum met zeker vier of vijf technici. Daarna zijn deze centra beetje bij beetje verdwenen en met de laatste technici is ook de kennis verloren gegaan.

PACKED: Welke pannes komen het vaakst voor bij videospelers?

Jean Herben: De aandrijfriem12 voor het opspoelen van de videoband kan slippen; dit is een vaak voorkomend probleem bij videospelers. Er is het probleem van de koppen en hun slijtage waarmee zonder uitzondering alle videospelers worden geconfronteerd omdat de koppen vuil worden bij het afspelen van de banden. De rubberen riemen die na verloop van tijd vormeloos worden, vormen ook een terugkerend probleem. Dit zijn de enige pannes die me gemeenschappelijk lijken voor alle videospelers; vervolgens zijn er voornamelijk pannes die zijn verbonden aan een specifiek model.

PACKED: Zijn er grote verschillen tussen de merken van VHS-spelers?

Jean Herben: Ja, de pannes zijn niet exclusief verbonden aan een bepaald type VHS-drager, maar eerder aan een bepaald model of aan bepaalde merken. Elke constructeur en elk model heeft zijn gebreken. Philips heeft bijvoorbeeld drie eigen mechanismen op de markt gebracht die zeer ingewikkeld en weinig bedrijfszeker.

Sommige onderdelen zoals het aandrukwieltje13 kenden problemen die hun vervanging eenvoudigweg noodzakelijk maken. Een andere klassieke panne van het tussenwieltje14 deed zich voor bij het terugspoelen. Het rubber van de aandrukrol werd vuil en veroorzaakte een panne die werd opgelost door het schoon te maken met thinner15. Het gebeurde ook dat de spanner van de band loskwam, of ook dat bij camcorders dat de twee gidswieltjes die de trommel omsluiten loskwamen, enz. Al deze problemen doen zich niet voor bij professioneel materiaal.

PACKED: Zijn sommige pannes zo gemakkelijk te identificeren?

Jean Herben: Sommige wel ja, maar dit is verbonden aan een zekere ervaring in het onderhoud ervan. Wanneer bijvoorbeeld een cassette vertraagt bij het terugspoelen, dan wil dit in de meeste gevallen zeggen dat men het tussenwieltje, de idler, moet reinigen. Bij televisietoestellen geeft een golvend beeld meestal aan dat de condensators16 hun capaciteit beginnen te verliezen.

 Het laboratorium in de klas van Jean Herben in Luik.

PACKED: Wat waren volgens jou de beste VHS-recorders?

Jean Herben: Volgens mij heeft JVC steeds de beste VHS-recorders gemaakt, wat logisch lijkt aangezien zij het zijn zij die deze opnamenorm hebben uitgevonden. Goede videorecorders die volledig in Europa zijn geproduceerd, zijn zeldzaam. Philips had daarentegen een zeer efficiënte onderhoudsdienst en altijd een goede documentatie. Maar ik heb altijd het gevoel gehad dat hun filosofie luidde “waarom eenvoudig doen als men ingewikkeld kan doen?”

De prijsdaling van de apparatuur heeft een verlies aan betrouwbaarheid met zich meegebracht. Een voorbeeld: plastiek heeft alle metalen cilinders vervangen die voordien de band in staat stelden om zijn traject op een goede manier te volgen.

PACKED: Wat zijn de te volgen regels voor de opslag van apparaten?

Jean Herben: Voor spelers met lasertechnologie is het duidelijk dat alle sigarettenrook moet worden vermeden want zij is zeer schadelijk. De laser verslijt niet, maar de rook legt een teerlaag die lijkt op een slijtage. Ook al zijn er mogelijkheden om vervolgens de laser op te blazen, deze tussenkomst kan worden vermeden.

De vochtigheid is een probleem voor alle videospelers. Voor sommigen onder hen volstaat het om enige tijd te zijn blootgesteld aan vochtigheid opdat ze niet meer zouden functioneren want er zit vlakbij de koppen een sensor die de vochtigheid registreert. Bij hoogwaardige spelers zoals bijvoorbeeld die van Panasonic of Sony was de trommel voorzien van een verwarmingssysteem en eens de vochtigheidswaarde terug op een aanvaardbaar niveau was, werkte de lezer opnieuw. Na een bepaalde tijd hebben de producenten de sensor weggelaten want de leveranciers kwamen soms bij een klant aan met een kapotte speler omdat het voertuig waarmee het apparaat werd vervoerd vochtig was en dit gaf natuurlijk een slechte indruk.

PACKED: Moet men de apparatuur opslaan in de dozen die zijn geleverd door de fabrikant?

Jean Herben: Ik zou zeggen dat wanneer ze niet worden gebruik, dit een goede manier is om ze te conserveren omdat ze dan zijn beveiligd tegen stof. De dozen zijn meestal voorzien van zakjes silica gel17 die de vochtigheid absorberen. Bovendien zal de piepschuim, indien aanwezig, de apparatuur een beetje beschermen tegen schokken.

 Het laboratorium in de klas van Jean Herben in Luik

PACKED: Welke andere aanbevelingen zijn belangrijk om het leven van videorecorders te verlengen?

Jean Herben: De onbetrouwbare aandrijfriemen moeten regelmatig worden vervangen. Neem enkel cassettes van een goede kwaliteit, dit wil zeggen kies geen onbekende merken. Persoonlijk vertrouw ik TDK en Sony voor VHS. Ooit heeft Agfa goede cassettes gemaakt wat betreft kleuren en beeldweergave, maar zij schuurden erg tegen de koppen. Het schoonmaken van de koppen is vanzelfsprekend essentieel om een videorecorder zo lang mogelijk functioneel te houden, maar dit moet niet worden gedaan door een leek.

PACKED: Hoe moet men de koppen van een videorecorder reinigen?

Jean Herben: Ik reinig de koppen met isopropylalcohol en een doek dat ik met een vinger manipuleer. Ik ga op dezelfde manier te werk voor de onderdelen in rubber. Maar ik herhaal het; de kwaliteit van de videoband is een essentieel gegeven, een band van slechte kwaliteit beschadigt een videospeler sneller en bekrast de koppen erg.

PACKED: Mag men de reinigingscassettes gebruiken die in de handel worden verkocht?

Jean Herben: Voor een speler zoals een VHS-recorder is het gebruik van een reinigingscassette uitgesloten omdat de toegang tot de koppen niet ingewikkeld is. Voor de kleinste videospelers en -recorders, zoals bijvoorbeeld de HI818 camcorders of de miniDV19 is een reinigingscassette efficiënter.

PACKED: Is het steeds gemakkelijk om onderdelen te vinden?

Jean Herben: Voor de reserveonderdelen is ASWO onmisbaar. Vroeger moesten de onderdelen tien jaar beschikbaar blijven na de stopzetting van de productie en de verkoop van een product. Nadien is deze periode teruggebracht tot acht en nadien zeven jaar. Nieuwe apparatuur produceren kost tegenwoordig minder dan wat een onderhoudstechnicus kost. De eerste kleurentelevisies van Philips werden gedurende drie jaar verkocht. Tegenwoordig verschijnen er elk jaar drie verschillende modellen op de markt. Het laten vervangen van de koppen wordt duurder dan het kopen van een nieuwe videorecorder. De moeilijkheid is het hebben van een rendabele dienst.

Dit gezegd zijnde, het is niet moeilijk om reserveonderdelen te vinden voor apparaten van bekende merken. Panasonic heeft ooit zelfs kits gemaakt met meerdere onderdelen, zoals riemen en bepaalde tandwielen. Ik denk dat Sony nog onderdelen voor Betamax-spelers moet bezitten. Apparatuur van merken zoals Multitech, Protech, etc., hebben een gemiddelde voorziene uitval van 20%, wat wil zeggen dat op vijftig verkochte apparaten er tien stukgaan. Ze hebben dus tien apparaten waaruit ze reserveonderdelen kunnen halen; wanneer er geen onderdelen meer zijn, worden de apparaten niet meer hersteld.

PACKED: Moet men voorraden aanleggen van elektronische onderdelen?

Jean Herben: Ja en neen. Persoonlijk heb ik al voorraden van condensators weggegooid omdat ze zelfs wanneer ze niet worden gebruikt na lange tijd verouderen. Alle apparaten gebruiken bijvoorbeeld condensators die 105°C worden genoemd20. Dit type condensators veroudert heel slecht, en negen kansen op tien liggen ze aan de oorsprong van een panne. Het voordeel van het hebben van een voorraad is de onmiddellijke beschikbaarheid van onderdelen maar ze zullen ook verouderen terwijl ze zijn opgeslagen.

PACKED: Je hebt veel gewerkt met televisietoestellen. Welke voorzorgen moet men nemen om hen zo lang mogelijk in een functionele staat te conserveren?

Jean Herben: Voor televisietoestellen en monitors denk ik dat het belangrijkste is om hen nooit af te zetten, maar hen steeds in stand-by modus te laten21. Zo doen zich veel minder pannes voor omdat de monitor een constante warmte behoudt. Het ecologische argument is belachelijk want deze werkwijze vraagt ten eerste heel weinig energie en ten tweede is het vanuit ecologisch standpunt beter om een televisietoestel in stand-by te hebben dan een afgedankt televisietoestel omdat het stuk is.

Vervolgens is er het risico dat het afgebeelde beeld inbrandt in het scherm van de beeldbuis wanneer deze een stilstaand beeld toont. Dit is het fenomeen van het doordrukken van de fosfor dat ontstaat door de straling van het kanon. Dit is zeker het geval bij zwart/wit schermen, verder komt dit vaak voor bij bewakingsmonitors omdat ze vaak statische beelden weergeven. Om het inbranden van het scherm te voorkomen verschuiven sommige monitors op een onzichtbare manier het beeld.

Het zijn de sterkste contrasten die het meeste slijtage veroorzaken bij een beeldbuis. Een contrast dat te hoog is afgesteld, verslijt een beeldbuis vroegtijdig want de witte delen van het beeld zijn diegenen die de meeste elektronen ontvangen. Een adequate afstelling van het contrast is het eerste dat bij een monitor moet gebeuren.

PACKED: Wat kan men doen wanneer de beeldbuis zelf is beschadigd of versleten?

Jean Herben: Aangezien de drie elektronenkanonnen van de beeldbuis worden verwarmd tot 1000°C door de gloeidraad22, gebeurt het dat de gloeidraad breekt, maar dit is vrij zeldzaam. Een ander mogelijk probleem is de veroudering van de beeldbuis die is verbonden aan de warmte die wordt veroorzaakt door de elektronenkanonnen die metaalpartikels doen afschilferen. Deze partikels worden vervolgens aangetrokken door het afbuigspoel23, en blokkeren het elektrodenraster. Hierdoor geraken minder elektronen tot bij luminoforen24. Er bestaan regenerators die stroom sturen in het kanon om deze kleine partikels te verpulveren. Ik heb op deze manier tientallen beeldbuizen geregenereerd maar er komst steeds een moment waarop de beeldbuis echt te versleten is.

 Het laboratorium in de klas van Jean Herben in Luik.

PACKED: Hoe werd de documentatie beheerd bij Telectro?

Jean Herben: Bij Telectro was documentatie absoluut onmisbaar door het groot aantal defecten dat er moest worden hersteld. Het bedrijf was geabonneerd op een documentatiedienst die zeer duur was. Toen Telectro sloot, heb ik een groot deel van de handleidingen gerecupereerd. Er was ook een hele reeks van addenda25 voor de aanpassingen die de fabrikant tijdens de productie aanbracht bij de apparaten. Al deze documentatie klasseren was een heel saaie klus, maar het bleek wel noodzakelijk. Als dit klasseren niet juist zou zijn gebeurd, zou het een technicus twee maal zoveel tijd kosten om een apparaat te herstellen. De jonge technici gebruiken vandaag gedigitaliseerde plannen in de vorm van computerbestanden. Ik blijf de voorkeur geven aan het papier dat verdween ten voordele van de elektronische versies. Het is een kwestie van generatie. Op een bepaald moment bestonden handleidingen zelfs op microfilm.

Ik heb de documentatie van Philips altijd beter gevonden dan die van de andere fabrikanten. Toch is het me al eens overkomen dat één of andere panne werd veroorzaakt door een onderdeel dat ontbrak in de documentatie. Het was toegevoegd aan een honderdtal apparaten omdat het onderdeel het mogelijk maakte om een lokaal probleem te elimineren. Ofwel bevatte de documentatie effectief een fout, ofwel is het addendum niet juist geklasseerd geweest door tijdsgebrek.

PACKED: Denk je dat een technicus die wordt gedeeld door verschillende museale instellingen een waardevolle oplossing kan zijn voor dit laatste?

Jean Herben: Ja, als de collecties intern geen gespecialiseerde technicus kunnen hebben is het een goede oplossing, want hij zal snel het machinepark van elke collectie kennen. Ik zou zeggen dat er idealiter twee technici vereist zijn. De perfecte kennis van een apparaat impliceert geen totale bescherming tegen de fouten van de technici en een collega hebben aan wie men kan vragen om nieuwe blik te werpen op een panne, kan helpen om een ingewikkeld probleem op te lossen. Het is op deze manier dat in de verschillende herstellingsdiensten waar ik heb gewerkt vele pannes zijn opgelost.

PACKED: Om te eindigen, conserveer je zelf apparatuur?

Jean Herben: Ja, ik heb verschillende apparaten in het laboratorium van het ISET. Wij hebben in 1994 het materiaal gerecupereerd van de studio’s van de RTBF26 in Luik. Het gaat over omroepmateriaal, maar ook om ettelijke kilo’s banden van één duim en om Betacam-cassettes27, waarvan enkele onder hen opgenomen uitzendingen van de RTBF bevatten. Daarnaast conserveer ik bij mij thuis een aantal apparaten die ik tijdens mijn loopbaan heb aangekocht.

Voetnoten

  • 1. VHS verwijst naar een norm voor de opname van videosignalen op een magnetische band van een ½ inch die op het einde van de jaren ’70 op punt werd gesteld door JVC. De verspreiding ervan onder het grote publiek werd aangekondigd in 1976. Tijdens de jaren ‘80 en ’90 heeft het VHS-formaat zich ten opzichte van zijn concurrenten, Betamax van Sony en V2000 van Philips, opgedrongen als de norm voor niet-professionele video.
  • 2. Betamax is een cassetteformaat met een videoband van ½ inch. Het is een formaat dat in 1975 door Sony werd gecreëerd en is bestemd om thuis televisieprogramma’s op te nemen.
  • 3. VCR (of Video Cassette Recording) is een formaat voor video-opname op magnetische banden van ½ inch dat in 1972 door Philips op punt werd gesteld. Een VCR LP (VCR-Long Play) versie werd uitgebracht in 1976.
  • 4. Evere is een tweetalige Belgische gemeente die is gelegen in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest.
  • 5. De eerste VCR-videorecorder die door Philips werd verkocht was de N1500. Hij werd opgevolgd door de N1502 en later de N1512. Het laatste VCR-apparaat van Philips was de N1700, dat de VCR-LP (voor Long Play) introduceerde. De namen van de modellen worden soms gebruikt wanneer men het over formaten heeft.
  • 6. De SVR (Super Video) was een VCR-versie die werd geproduceerd door Grundig. Het formaat liet toe een opnameduur van 5 uur te bereiken dankzij een spoelsnelheid die lager was dan die van VCR LP en die incompatibel was met de formaten VCR en VCR-LP.
  • 7. TELECTRO was een erkend herstellingscentrum (voor Sony, Panasonic, Hitachi en Philips) dat was gevestigd in Luik en dat vanaf 1989 tot aan haar sluiting in 2009 het onderhoud en de reparatie verzorgde van niet-professionele audiovisuele apparatuur.
  • 8. BCM was een Luikse uitgever.
  • 9. Video 2000 (of V2000, Video Compact Cassette of VCC) is een cassetteformaat met een videoband van ½ inch dat werd geproduceerd door Philips en Grundig. Het was bedoeld om thuis televisieprogramma’s op te nemen. Dit formaat heeft vanaf 1979 tot 1988 bijna exclusief bestaan in Europa en beconcurreerde de formaten VHS en Betamax.
  • 10. MPEG-2 is de standaard van de tweede generatie (1994) van de Moving Pictures Experts Group die MPEG-1 opvolgt. MPEG-2 definieert de compressieaspecten van het beeld en het geluid, alsook het transport via netwerken voor digitale televisie. Dit videoformaat wordt gebruikt voor DVD's en SVCD's met verschillende beeldresoluties, en in digitale teledistributie via satelliet, kabel, telecommunicatienetwerken of draadloze netwerken.
  • 11. Het Réseau Ducretet (of Ducretet-netwerk), dat vandaag acht scholen in Frankrijk telt, is in 1992 opgericht door de vertegenwoordigers van de industrie en de distributie. Het geeft opleidingen voor beroepen in de verkoop en in de dienstverlening na verkoop van audiovisuele toestellen, informatica, telefonie en huishoudelijke apparaten.
  • 12. Het bedrijf ASWO, dat werd opgericht in 1974 in Duitsland, is een Europese leverancier die is gespecialiseerd in reserveonderdelen, toebehoren en materiaal voor het audiovisuele apparatuur en computers en die zich louter richt op ondernemingen.
  • 13. Het gaat hier om de aandrijfriem die zorgt voor het transport van de videoband wanneer de cassette in de videorecoder steekt.
  • 14. Het aandrukwieltje of de pinch roller, is het draaiende cilindervormige deel in rubber dat druk uitoefent op de videoband om zijn hechting tegen de kaapstaander te verzekeren, zodat deze laatste de videoband op een correcte manier en tegen de juiste snelheid kan voortbewegen.
  • 15. Het tussenwieltje (of idler) is een getand wiel in een videorecorder dat, afhankelijk van het feit of het zich rechts of links van één van de twee platen bevindt, de spoelen van de cassette beweegt.
  • 16. Thinner verwijst naar een krachtig oplosmiddel dat vooral wordt gebruikt om verf te verdunnen.
  • 17. De condensator is een elektrisch of elektronisch onderdeel dat zich gedraagt als een accumulator of batterij die elektrische ladingen kan opslaan. Hij bestaat uit twee geleidende oppervlakken die van elkaar zijn gescheiden door een dunne isolator (diëlektricum). Hij wordt gekenmerkt door zijn elektrische capaciteit in Farads (F). Er bestaan verschillende condensatortypes; gepolariseerd, niet-gepolariseerd, elektrolytisch, enz.
  • 18. Een zakje Silica-gel neemt vochtigheid op en bestaat uit een zakje dat is gevuld met gel op basis van siliciumdioxide (silica). Het wordt gebruikt om de conservering te verlengen en te beschermen tegen oxidatie, corrosie, schimmels en alle vormen van verslechtering die zijn te wijten aan vochtigheid.
  • 19. Isopropanol, isopropylische alcohol of ook nog IPA genoemd, is een goed ontvettingsmiddel dat veel wordt gebruikt voor het reinigen van elektronische onderdelen zoals de leeskoppen in audio- en videospelers.
  • 20. Hi8 is een opnamestandaard voor analoge video voor niet-professionele camcorders. Hij werd ontwikkeld door Sony en zevenentwintig fabrikanten hebben er een licentie op verworven. Het is een verdere ontwikkeling van Video8 (8mm video).
  • 21. Met MiniDV duidt men de kleine cassettes (maat S) aan waarop men digitale video in DV-formaat (Digital Video) opneemt. De DV-cassettes bestaat in twee formaten: de DV-cassettes (maat L) en de MiniDV-cassettes (maat S).
  • 22. De 105°C-condensators zijn, samen met de 85°C-condensators, de meest gangbare condensators. 105°C is de maximale temperatuur die ze verdragen.
  • 23. Standby mode, sleep mode, enz. verwijzen naar een gebruiksmodus met een zeer laag elektriciteitsverbruik voor computers, televisies, en andere telegestuurde elektronische apparaten.
  • 24. De gloeidraad is één van de bestanddelen van een elektronenkanon in een beeldbuis. Hij wordt door een elektrische spanning verwarmd tot een zeer hoge temperatuur.
  • 25. In een beeldbuis dienen de afbuigspoelen om de elektronenbundel te convergeren door het creëren van een magnetisch veld.
  • 26. Een luminofoor is een deeltje materie dat licht uitstraalt wanneer het wordt geraakt door elektronen. Het gevoelige oppervlak van het scherm van beeldbuizen bestaat uit dergelijke deeltjes. Een luminofoor wordt ook subpixels genoemd; er zijn er drie per pixel: een rode, een groene en een blauwe.
  • 27. Een addendum is toevoeging die gebeurt nadat een document is gepubliceerd.
logo vlaamse overheid