Budget

Budget (Intro)

Bij het opstellen van het preserveringsbudget voor een installatiewerk is het noodzakelijk om zowel elk bestanddeel op zichzelf als de noden van het werk in zijn geheel te bekijken. De budgettaire richtlijnen hieronder hebben betrekking op de dragers die onderdeel zijn (meer bepaald video) en op digitale bestanddelen. De basisprincipes die in deze sectie uitgelegd worden – de noodzaak om kosten op te splitsen in subcategorieën zoals staat, opslag, etc. – kunnen ook het budgetteringsproces verduidelijken voor andere bestanddelen dan de dragers.

Videobestanddelen

Videobestanddelen (Intro)

De kosten van videopreservering worden bepaald door een relatief klein aantal variabelen. Deze omvatten het originele formaat, de staat, de duur van het programma, het gewenste doelformaat en het niveau van restauratie. Overloop je deze variabelen samen met een lab, dan bekom je de informatie die nodig is om een werkbaar budget op te maken.
Elk van de volgende punten zou met het lab moeten besproken worden, om zo een accuraat idee te krijgen van de totale kost van het project. (Zie de vragenlijst waarin de stappen beschreven worden die nodig zijn om met een lab samen te werken.)
Meer informatie over elk van deze variabelen is beschikbaar op onze Ideale praktijken (‘Best practices’)-pagina.

Conditie

De eerste variabele die je moet nakijken is de staat van de tapes. Vertel het lab alles wat je weet over de leeftijd van de tapes, en over hoe ze in de loop van de jaren werden opgeslagen; ook een eenvoudige inspectie van de tapes kan veel belangrijke informatie opleveren. (Een stap-voor-stapprocedure voor fysieke inspectie van tapes kan je hier vinden: Association of Moving Image Archivists’ guide to videotape inspection.

Schade of slijtage heeft een rechtstreeks effect op de kost van de transfer. Vuile tapes moeten bijvoorbeeld schoongemaakt worden. Als ze tekenen vertonen van het ‘sticky shed’-syndroom moeten ze misschien in een droge oven ‘gebakken’ worden om het plakken te verminderen. Beide procedures zullen waarschijnlijk extra geld kosten; ga dit na bij je lab. (Probeer ze ook niet uit als je geen professional bent.)

Formaat

De tweede variabele is het formaat. Doordat tapeformaten in onbruik raden, is het aantal labs waar je terecht kan beperkt. Sommige zeer obscure formaten kunnen enkel door een handvol laboratoria afgespeeld worden.
Oude tapeformaten kunnen, vooraleer correct afgespeeld te worden, om bijkomende aanpassingen aan de apparatuur vragen. Quad-videotapemachines die 2” open reel tapes afspelen, hebben vaak lange opstellingstijden nodig. 1/2” open reel videorecorders in het bijzonder vertonen vaak grote verschillen qua opname. Vandaag moeten 1/2” tapes soms op verschillende decks geprobeerd worden om uiteindelijk een signaal te verkrijgen dat goed genoeg is.

Wanneer men een lab benadert, is een correct overzicht van tapeformaten noodzakelijk. De volgende website biedt een gedetailleerde gids aan voor de identificatie van videotapeformaten: The Texas Commission on the Arts Videotape Identification and Assessment Guide

Mate van restauratie

De derde variabele is de mate van restauratie. Gaat het om een eenvoudige herformattering met minimale interventie? Wil je correctie van drop-outs, kleurverschuivingen, etc.? Hou er rekening mee dat deze vragen zowel ethische als financiële gevolgen hebben.

De meeste labs rekenen meer aan voor sessies onder supervisie, waarbij de klant ook aanwezig is, dan voor sessies zonder supervisie. Waarschijnlijk is het voor jou niet zo zinvol om aanwezig te zijn gedurende elk moment van het proces. Bespreek met je verkoper wat je van het eindproduct verwacht en wat de meest efficiënte manier is om dat doel te bereiken.

Doelformaten

De gewenste formaattypes voor master- en raadpleegkopieën zullen het algemene budget van een project beïnvloeden. Digital Betacam videotape kan bijvoorbeeld € 80 per tape kosten, afhankelijk van de prijzen die je labo vraagt. Algemeen gesproken is dit een variabele waarvoor de leverancier je exacte cijfers zou moeten geven.

Kwaliteitscontrole

Bij het opstellen van een budget ziet het lab vaak de kost van een kwaliteitscontrole over het hoofd. De kwaliteit van elke nieuwe tape zou moeten gecontroleerd worden wanneer hij terugkomt van het lab. Het verifiëren van zaken als duurtijd, audio- en videokwaliteit en het indelen in hoofdstukken (bij dvd-kopieën) neemt bijvoorbeeld een groot deel van de arbeidstijd in beslag. Van bij het begin van het project zouden de kosten voor deze controle becijferd moeten worden.

Opslag

Het is ten slotte ook heel belangrijk om bij de opmaak van je budget rekening te houden met de opslagnoden. Archivarissen vergeten in hun planning soms dat een preserveringsproject een verdubbeling van de opslagvereisten vereist. Daarenboven mogen we de opslagomstandigheden niet vergeten: een preserveringsproject brengt een substantiële investering van tijd, geld en moeite met zich mee, en deze heeft enkel zin als de opslag een langetermijnbewaring garandeert.

Digitale bestanddelen

Digitale bestanddelen (intro)

De budgetten voor de preservering van computergebaseerde kunst kunnen erg variëren. Beschouw onderstaande vragen als een gids bij het opstellen van jouw specifieke budget.

Onderzoek/documentatie

• Hoeveel technische informatie is momenteel beschikbaar over het werk?
• Hoeveel onderzoek zal moeten gedaan worden over zijn specificaties, geschiedenis en andere aspecten?
• Wie zal verantwoordelijk zijn voor dit onderzoek?
• Indien de kunstenaar nog leeft en bereid is om te assisteren, zijn er dan bepaalde kosten verbonden aan zijn/haar participatie? Reiskosten, lonen, ... ?
• Heeft een ander instituut reeds preserveringswerk gedaan rond dit werk? Kan een ander instituut met onderzoek/expertise bijdragen tot het project?

Apparatuur

Zal het nodig zijn om nieuwe apparatuur aan te kopen voor dit project?

Bekijk de volgende categorieën:
- Weergave-apparatuur/monitors
- Harde schijf/CPU
- Kabels/draden
- Afspeelapparatuur (bv. dvd-spelers)

Programmering

• Hoeveel nieuwe programmering zal nodig zijn om het werk levensvatbaar te houden?
• Zal men het werk moeten
- migreren
- emuleren
- inkapselen?
• Hoeveel tijd zal een programmeur ongeveer nodig hebben om het werk in kwestie te hercreëren, of er op een andere manier aan te werken?
• Welk niveau van programmeringsexpertise zal nodig zijn? Gaat het om werken met wijdverspreide software zoals Flash of Director, of impliceert het omgang met bijzondere software of software die ontwikkeld werd door de kunstenaar?
• Hoeveel zal een programmeur (met de nodige expertise) aanrekenen?
• Kan een schaaleconomie helpen bij het budgetteren? Zal het op lange termijn goedkoper zijn om een aantal werken met gelijkaardige problemen in één keer samen te conserveren?

Conservators

• Zal je de diensten van een conservator nodig hebben?
• Zo ja, hoeveel tijd zal de conservator nodig hebben om het project tot een goed einde te brengen?
• In welke fase van het proces moet de conservator bij het project betrokken worden?

Gegevensopslag

• Hoeveel opslagruimte zal er nodig zijn zodra het project is afgerond?
• Zal je enkel het afgewerkte werk opslaan, of ook onderdelen, bestanden, software, etc.?
• Welk type opslag is optimaal voor het project? (Dit wordt natuurlijk vaak bepaald door wat het instituut zich kan veroorloven.)
• Onafhankelijke harde schijven
• Server
• Verwijderbare harde schijf
• Cd-rom (niet de beste keuze)
• Moet er fysieke opslag worden voorzien voor de harde schijven etc.?
• Kan het klimaat van de opslagplaats correct gecontroleerd worden?