Interview met Marc Vandeputte (Philips)

Philips, Brugge, 12 maart 2010

 

Marc Vandeputte is elektrotechnisch ingenieur bij Philips Innovative Applications in Brugge – waar Philips nieuwe televisietechnologie van wereldklasse ontwikkelt. Het Brugse Philips Innovative Applications is het internationale ontwikkelingscentrum voor high-end Philips-(flatscreen)kleurentelevisies. Rony Vissers en Emanuel Lorrain van PACKED vzw ontmoetten hem ter plaatse en vroegen hem naar zijn aanbevelingen voor het beheer van verouderde audiovisuele apparatuur.

 

PACKED: Hoe lang werk je al voor Philips? En wat is je positie in het bedrijf?

Marc Vandeputte: Ik werk hier al sinds 1983. Ik ben begonnen bij de eindassemblage van kleurentelevisies. Na vier jaar werd ik opgenomen in de designonderhoudsgroep, en later werd ik verantwoordelijk voor een bepaalde serie beeldbuistelevisies – ik werd een zogenaamde 'set father'.
Vandaag doe ik nog steeds hetzelfde werk in de afdeling 'Development Quality'. Ik werk met vier collega's, en we nemen de complete Philips 8000 en 9000-serie flatscreentelevisies voor onze rekening. Als team creëren we overzichtslijsten van onderdelen, we genereren testspecificaties en voeren de bijbehorende plannen voor kwaliteitstesten uit. We valideren de tv's top-down.

De flatscreentelevisie is een mechanische belichaming van een krachtig platform dat gebouwd wordt met elektrische apparatuur en gecontroleerd wordt door gigantische software-algoritmen. Al deze afzonderlijke onderdelen zijn – volgens de gespecificeerde normen – door een enorm ontwikkelingsteam gemaakt. Om alle commerciële versies en uitvoeringen te dekken is het belangrijk om de specificaties te kennen, om de hardwarefuncties te kennen, en de software om de overeenstemmende keuzemogelijkheden te controleren. Elk stukje van deze puzzel moet perfect passen om voor elke individuele tv-klasse de beste beeld- en geluidskwaliteit te produceren, en te zorgen voor gemakkelijke toegang tot de complexe functies die bij een flatscreentelevisie horen. Het doel is te voldoen aan de 'Sense and Simplicity'-motto van de Philips Consumer Lifestyle-sector.

 

PACKED: Hebben jullie hier in het Philips-centrum in Brugge een televisiecollectie?

Marc Vandeputte: Ja, we hebben hier in Brugge een heleboel oude televisies, die dateren van 1957 tot vandaag. De voornaamste reden waarom we ze hebben, is dat de wet eist dat elk televisie die op de markt komt, moet worden goedgekeurd en vrijgegeven door een organisatie die nationaal erkend wordt voor zowel het testen als voor het certificeren. Als er iets gebeurt met het product moeten zij terug kunnen teruggrijpen naar het oorspronkelijke referentiemodel om het te controleren. Het 'goedkeuringsmodel' moet tot zeven jaar na het einde van de productie beschikbaar blijven. Ook voor de klantendienst kan het soms nuttig zijn dat zij naar ons kunnen verwijzen voor eender welk probleem dat opgelost moeten worden. Voor zulke gevallen hebben we een gemakkelijke toegang tot het specifieke type televisie.

In België hebben we bijvoorbeeld het CEBEC, dat een nationale erkenning heeft voor zowel het testen als voor het certificeren, en in Nederland is er de KEMA. Elk land krijgt van Philips een proefmodel, dat het kan testen volgens zijn eigen veiligheidsnormen. Als de televisie als veilig wordt beschouwd, krijgt hij een certificaat met een nummer voor een productievergunning die aan deze normen beantwoordt. Dit certificaat stelt Philips in staat de televisie te produceren en op de markt te brengen. Het certificaat is zichtbaar op het identificatieplaatje van de televisie. Daarop ziet men de symbolen van alle landen die hun toestemming hebben gegeven voor het op de markt brengen van het product. Telkens wanneer Philips iets verandert moet het deze nationale organisaties, zoals CEBEC, inlichten. Ze controleren vervolgens opnieuw of de televisie nog veilig is. In het geval van een brand bijvoorbeeld, in de zeldzame gevallen waarbij het duidelijk zichtbaar is dat de televisie zelf de oorzaak is van de brand, zullen ze controleren of het model dat de brand veroorzaakte, volgens de normen is gemaakt. Je kan een product gemakkelijk op de markt brengen; het moet volgens deze normen gemaakt worden.

 

PACKED: Heb je ook televisies in je collectie die ouder zijn dan zeven jaar?

Marc Vandeputte: We hebben een heleboel televisietoestellen, en ze functioneren nog allemaal. Het totale aantal beeldbuistelevisies is nu aan het dalen, omdat oude televisies veel plaats innemen en het dus veel ruimte kost om ze op te slaan. Ik moest een selectie maken en ik heb uit elk decennium en van elk type één exemplaar behouden: uit de jaren zestig, zeventig, tachtig, negentig, zwart-wit, kleur, breedbeeld, 16:9 – dan de flatscreentelevisies die nog steeds op de beeldbuis gebaseerd zijn, en vanaf 1997 echte flatscreentelevisies, gebaseerd op plasma-, LCOS- en LCD-technologie. We hebben nu minder beeldbuistelevisies en meer flatscreentelevisies, maar er zijn een aantal museumstukken die we willen houden.

In het begin was het niet gemakkelijk om een televisiecollectie te creëren, omdat zoiets ruimte in beslag neemt, en omdat de collectie regelmatig verplaatst moet worden, aangezien de afdelingen hier bij Philips soms intern verhuizen. Gelukkig vertelde men mij uiteindelijk dat ze me een plek zouden geven voor de opslag van oude televisietoestellen. Nu zit deze ruimte ook vol met de recente modellen van de laatste zeven jaar. Indien we genoeg ruimte hebben, zullen we proberen om ze allemaal zo lang mogelijk te houden.

Als onderdeel van mijn hobby – oude tv's repareren – heb ik ook een oud televisietoestel uit 1957 gerestaureerd, dat ik kreeg van een oudere man. Ik bewaar het bij mij thuis. Het was één van de eerste zwart-wit-tv's die hier in Brugge gemaakt werden.

 

 Een oude Philipsreclame voor TV toestellen.

 

PACKED: Musea ondervinden problemen met kunstwerken die apparatuur gebruiken zoals beeldbuistelevisies en videorecorders die obsoleet worden. We proberen uit te zoeken wat ondernomen moet worden om deze apparatuur zo lang mogelijk te laten functioneren.

Marc Vandeputte: Natuurlijk. Niets duurt eeuwig. Als iets kapotgaat of het laat afweten, dan heb je de vaardigheden en de apparatuur nodig om dat op te lossen, en je hebt de reserveonderdelen nodig om het te repareren. Voor oudere toestellen – ouder dan zeven jaar – kan het misschien problematisch worden... Ik ken dit probleem van de obsoletie van reserveonderdelen.

Ten eerste heb je het probleem van de reserveonderdelen: een aantal onontbeerlijke onderdelen van oude televisies, net als de industriële apparatuur en hulpmiddelen, zijn niet langer beschikbaar. In sommige gevallen moeten ze zelfs met de hand gereproduceerd worden. Een goed voorbeeld is de hoogspanningstransformator, of de zogenaamde LOT (Line Output Transformer) die 27kV naar 140V omzet om een deel van de beeldbuis aan te drijven. Als deze transformator defect is, dan kun je hem niet door een andere vervangen wanneer hetzelfde model niet langer beschikbaar is. De enige oplossing bestaat erin om hem opnieuw te laten maken. Je kunt sommige OEM-fabrikanten die nog altijd hoogspanningstransformatoren produceren vragen om een kopie met dezelfde specificaties te maken. Het zal je een hoop geld kosten, maar je zult een pseudo-originele transformator hebben die je opnieuw kan aanbrengen – en die je televisie voor een langere periode zal doen werken.

Als je een kunstwerk voor een lange periode wilt behouden, dan is de beste strategie reserveonderdelen van televisietoestellen, bandopnemers, enz. beginnen te verzamelen, nu ze nog gemakkelijk te vinden zijn – nieuw of tweedehands – en een technicus te vinden die uiteindelijk misschien in staat zal zijn om bijvoorbeeld één televisie te maken uit vijf identieke maar kapotte tv's door onderdelen te hergebruiken die nog werken.

Ten tweede moet de apparatuur worden opgeslagen in een geconditioneerde ruimte, waar de vochtigheid zo laag mogelijk gehouden wordt. Regelmatig gebruik van de apparatuur – één keer per maand – houdt sommige gevoelige elektrische onderdelen, zoals elektrolytische condensatoren, 'vers'.

 

PACKED: Het probleem voor musea is dat soms, en dit is het geval voor beeldbuistelevisies en -monitoren, de volledige technologie verdwijnt.

Marc Vandeputte: Ja, ik begrijp de problemen die jullie in jullie vakgebied ervaren. Wij zullen hier met mijn oude televisies met dezelfde problemen geconfronteerd worden. (lacht) De oudere technologie verdwijnt als gevolg van de [beperkte] levensduur van de gebruikte onderdelen. De dragers die het beeld en de audio bevatten kunnen misschien langer meegaan, maar de apparatuur om ze af te spelen zal uiteindelijk verdwijnen...

Vandaag is Philips, net als alle andere merken, actief in de digitale wereld, hoewel analoog nog steeds als belangrijk wordt gezien: vandaag heeft vrijwel elke tv, net als de aangesloten apparatuur, nog steeds analoge in- en uitgangen om compatibel te blijven met oudere apparatuur zoals videorecorders, dvd-spelers, analoge camera's, enz.. Mensen met een nieuwe blu-rayspeler kunnen die nog steeds aansluiten op een oude tv of op een nieuwe flatscreentelevisie. Beide televisies kunnen de signalen van de ouderwetse videorecorder ook nog steeds aan.

Er zijn veel landen waar je, alhoewel het netwerk digitaal is, een settopbox hebt die het digitaal signaal omzet in analoog, voor oude televisie met scart- en RF-verbindingen. Uiteindelijk zal je geen settopboxen meer nodig hebben – nadat de laatste analoge tv 'gestorven' is, en de totale keten alleen nog digitaal compatibel zal zijn. Oudere tv's en in musea opgeslagen monitoren zullen compatibele analoge apparatuur vereisen...

Voor mezelf – om oude analoge tv’s een onderhoudsbeurt te geven – heb ik een basisreparatie-uitrusting gekocht die de analoge wereld toch ondersteunt, zoals een PM5518-generator van testpatronen. Ik kocht hem om oudere defecte televisies te repareren en opnieuw uit te lijnen. Soms vergt de reparatie van deze televisies de nieuwe uitlijning van een aantal circuits, in overeenstemming met hun originele specificaties, zodat ze opnieuw een goed beeld kunnen produceren.

De signaaldistributie is nu bijna overal digitaal, maar de interne signaaldistributie is in een oudere televisie nog analoog. We kunnen een antenne of kabel aansluiten en nog steeds een beeld verkrijgen of gewoon wat sneeuw… Analoge televisies zijn nog steeds verkrijgbaar in sommige landen, maar binnen een termijn van maximum vijf jaar zullen alle signalen van analoge tv-signaalaanbieders (kabelexploitanten zoals Telenet) verdwenen zijn: we zullen een tuner-decoder nodig hebben om het digitale signaal om te zetten in een signaal dat met oudere televisies compatibel is. We hebben al DVB-T of DVB-C, DVB-S1 zelfs. Wanneer ik eender welke oude televisie aanzet, zie ik alleen sneeuw op de beeldbuis. In een museum kan men het signaal van een moderne dvd-speler moduleren met een oude analoge modulator, en zo een antenne simuleren, en het vervolgens naar de televisietuner of de antenne-ingang sturen om een beeld te krijgen, of hem gewoon met een scartkabel aansluiten indien de oude tv zo'n aansluiting heeft. Het is ook mogelijk het te faken. Oude tv-behuizingen met vanbinnen nieuwe elektronica zijn nog steeds mogelijk, maar misschien is dit niet wat musea willen.

 

PACKED: In sommige gevallen wel. Musea zijn niet alleen bezig met de problemen van weergaveapparatuur zoals monitoren, maar ook met problemen van afspeelapparatuur. Het apparaat faken kan soms de enige oplossing zijn. Vaak zijn de oude videospelers vervangen, bijvoorbeeld door flash card players die een digitale kopie van een oude analoge video afspelen. Deze kleine en moderne flash card players worden op oude monitoren aangesloten en zitten soms zelfs verstopt in oude analoge videorecorders.

Marc Vandeputte: Als je het geld hebt, dan kun je nu een combotoestel met dvd-videorecorder kopen voor bijna niets, misschien € 100. Ik zou adviseren om tot dit soort apparatuur te kopen en ze voor de nabije en verre toekomst te bewaren... Je kan de elektronica die erin zit gebruiken om in oudere videorecorders te plaatsen. Je moet een beetje handig zijn om de elektronica uit de oude videorecorder te verwijderen en door nieuwe te vervangen, maar het is mogelijk. Bezoekers zullen de truc niet opmerken.

 

PACKED: Jij stelt als oplossing voor om nieuwe componenten in oude toestellen te gebruiken?

Marc Vandeputte: Ja, wanneer dat mogelijk is natuurlijk ... Niet alles wat nieuw is, is compatibel met het oude. In een televisie bijvoorbeeld zal de beeldbuis op een bepaald moment helaas ook stukgaan. De gloeidraad die de kathode opwarmt kan breken of onderbroken worden, en dan is het gedaan met de beeldbuis; die kan je niet vervangen. Je moet de buis vervangen door exact dezelfde soort. Technici weten dat er soms vervangstukken zijn die het origineel benaderen zijn. Philips heeft geen beeldbuisfabrieken meer. De enige manier om een vervangstuk te vinden, is via het internet proberen...

Voor videorecorders zijn er ontelbare aantallen verschillende videokoppen. Wanneer het model het het end-of-life-stadium heeft bereikt, kan het zijn dat er geen vervangstuk meer beschikbaar is...

 

PACKED: Ondanks alles staat er een beperking op de levensduur van elk apparaat.

Marc Vandeputte: Precies. Sommige conserveringsbeperkingen van televisies en andere apparatuur zijn toe te schrijven aan de natuur. De zuurstof in de lucht zorgt ervoor dat de rubberen onderdelen in een videorecorder desintegreren en dat metalen gaan roesten, en het UV-licht doet de kleuren van een televisie-behuizing verbleken.

Heel wat onderdelen in een televisie zijn gebaseerd op chemische onderdelen, bijvoorbeeld de elektrolytische condensatoren (de zogenaamde 'elcaps'), die kunnen uitdrogen tijdens het gebruik, zelfs wanneer ze niet in gebruik zijn. Ze hebben een positieve (+) zijde en een negatieve (-) zijde, net als een batterij, en als ze gedurende lange tijd niet onder spanning staan, zullen ze vroeg of laat desintegreren. Zij zullen zich gedragen zoals een autobatterij die echt plat gaat; je kan ze niet herladen of naar hun oorspronkelijke staat terugbrengen. Het zou verstandig zijn om – zoals ik al eerder zei – een elektronisch toestel één maal per maand aan te zetten, het gedurende een uur of twee te laten spelen, en het dan weer uit te zetten. Op die manier hou je alle onderdelen in een goede conditie.

 

 Electrolytische condensators van Philips.

 

PACKED: Zijn de elcaps vaak de oorzaak van een technisch defect?

Marc Vandeputte: In een flatscreentelevisie zitten ongeveer tussen de 100 en 500 elcaps en als één daarvan het laat afweten, dan kan het hele systeem het af en toe laten afweten – of zelfs permanent. Maar soms kunnen elcaps het ook laten afweten zonder dat iemand het merkt, want in een televisie zitten condensatoren die er bijvoorbeeld alleen maar zijn om straling naar de buitenwereld te voorkomen, of om hem ongevoelig te maken voor straling van buiten naar binnen. Je zou misschien wel twintig condensatoren uit een televisie kunnen verwijderen zonder dat er een verslechtering van de prestaties optreedt. Als je hem dan in de buurt van een gsm-antenne plaatst, dan kan je een aantal effecten merken. Wanneer je de televisie dan verplaatst, twee kilometer van de antenne vandaan, dan zal je niets vreemds meer merken. Er zijn echt functionele condensatoren en andere condensatoren die er zijn om straling te voorkomen, of gevoeligheid voor stroomopstoten of onder-spanning. Condensatoren kunnen overspanning niet compenseren, maar ze kunnen in situaties van onderspanning voor compensatie zorgen, zoals bij het plotse en kortstondige terugvallen van de netspanning. Als je een 230V-stopcontact hebt, dan kan dat een afwijking vertonen van 196V tot 264V. We hebben condensatoren nodig om die spanningsveranderingen te compenseren, zodat onze televisies tijdens deze veranderende omstandigheden goed blijven presteren.

Bij videorecorders kan bijvoorbeeld ook mechanische slijtage optreden: kogellagers en springveren verliezen hun eigenschappen, aandrijfriemen breken of verliezen hun grip op de riemschijf. Als gevolg daarvan zal de snelheid of de transportsnelheid van de band die langs de trommel passeert uit balans raken en zal het weergegeven beeld volledig of gedeeltelijk verstoord zijn.

Bij oudere tv's en videorecorders wordt soms een back-upbatterij ingebouwd om een geheugen te voeden dat de programmeerbare gegevens opslaat, die voor een goede werking niet verloren mogen gaan. Dat is de reden waarom een batterij opgeladen moet worden, voordat zij de capaciteit verliest om aan het geheugen spanning te leveren. Anders gaan de instellingen, zoals keuze-instellingen, volume, contrast en kanalen, verloren. De batterij zelf heeft een beperkte levensduur, afhankelijk van de cycli van laden, opladen en ontladen.

 

PACKED: Het beste dat je kunt doen voor een monitor of een televisie is hem onder goede omstandigheden bewaren, en hem dan één keer per maand aansluiten op het stroomnet?

Marc Vandeputte: Ja, zet hem gedurende een uur aan, en dan weer uit, één keer per maand... Wanneer een elektrolytische condensator gedurende een jaar niet onder spanning werd gezet, bestaat er een groot risico dat hij het laat afweten op het moment dat je de apparatuur aanzet na een lange periode van niet-gebruik. Het is zelfs mogelijk dat de elcap, die in stroomketens onder hoogspanning wordt gebruikt, ontploft. In stroomketens onder laagspanning ervaren mensen, wanneer ze terugkeren na een lange vakantie, soms nog een ander probleem dat verbonden is met het elcapverschijnsel. Toen ze vertrokken hadden ze de hoofdschakelaar uitgezet, en als ze dan terug thuis zijn, zetten ze hun oude videorecorder aan, en die blijkt niet meer te werken. Zolang hun videorecorder continue gebruikten, ondervonden ze geen probleem, maar tijdens de lange vakantie is hij afgekoeld; wanneer een elcap die reeds een kritisch punt had bereikt na een lange pauze plotseling opnieuw moet worden opgestart, laat hij het dus afweten. Misschien zou hij het sowieso zes maanden later hebben laten afweten, maar als gevolg van zo'n plotse verhoogde spanning gebeurt dit eerder.

 

PACKED: Indien bewaarde apparatuur één keer per maand wordt aangezet, moet je ze dan volledig inschakelen, of gewoon op stand-by modus laten staan?

Marc Vandeputte: Ik zou aanraden om de apparatuur volledig in te schakelen, om zeker te zijn dat elk onderdeel in het toestel de stroomtoevoer krijgt, aangezien een elektronisch apparaat opgesplitst kan zijn in verschillende modules die elk op een andere spanning werken. Een videorecorder heeft bijvoorbeeld een voedingsmodule waarmee 230V via het netsnoer binnenkomt en hij levert verschillende soorten van secundaire voedingsvoltages (+33V, +12V, +5V, +3V, enz.) die allemaal uit deze hoofdvoeding komen. Als je het apparaat na een langere tijd aanzet en de laatste status was stand-by, dan zal het opnieuw opstarten in de stand-by modus, de stroomvoorziening zal slechts deels werken, en daarom zal het alleen het microprocessor-circuit dat op het stand-by voltage draait, voeden, en niet de rest van het circuit. Veel elcaps zullen niet werken. Dus is het beter om de apparatuur volledig in te schakelen. Uiteindelijk zal het spontaan in stand-by gaan staan, afhankelijk van het softwareprogramma. Philips-televisies gaan automatisch in stand-by staan als ze na tien minuten geen signaal detecteren.

 

PACKED: Gaan alleen nieuwe tv's in stand-by modus staan wanneer ze een signaal detecteren?

Marc Vandeputte: Heel oude tv's zullen niet in stand-by gaan staan als de antenne wordt verwijderd. Veel Philips-televisies zullen overschakelen naar de standby-modus na tien minuten sneeuw op het scherm.

 

PACKED: Welk soort onderhoud is nodig voor de opslag van dit soort apparatuur?

Marc Vandeputte: Voor een video-recorder moet je van tijd tot tijd op ‘play’ drukken (één keer per maand). Om ervoor te zorgen dat de mechanische onderdelen blijven functioneren, is het aan te raden om een cassette af te spelen en haar bijvoorbeeld vijf tot tien minuten te laten lopen, terug te spoelen, vooruit te spoelen, het afspelen te stoppen en ze er dan uit te nemen. Zo wordt binnenin elk mechanisch onderdeel geactiveerd, wat voorkomt dat de mechaniek verstopt raakt.

Het is ook verstandig om de handleiding van de fabrikant erbij te nemen en te controleren waar je smeervet kan aanbrengen en hoeveel, zodat je het materiaal kan kopen zolang het nog beschikbaar is. Smeervet kan uitdrogen. Wegens mogelijke chemische interacties kan niet eender welk soort smeervet op bewegende onderdelen worden aangebracht. Olie kan binnenin bijvoorbeeld een deel van de kunststofonderdelen vernietigen. Daarom verwijs ik naar de handleiding van de apparatuur.

 

PACKED: Is het voor lange termijnopslag belangrijk om, als je de apparatuur nu en dan inschakelt, dat te doen door de stroomspanning progressief op te drijven?

Marc Vandeputte: Als het inschakelen op regelmatige basis gebeurt, dan is progressieve stroomspanning niet nodig.

 

PACKED: Is het beter om een monitor of apparatuur permanent op stand-by te houden, dan ze regelmatig in en uit te schakelen?

Marc Vandeputte: Ik vind het beter ze niet op stand-by te laten staan, maar ze regelmatig volledig aan en uit te zetten (’één keer per maand). In feite is het een kwestie van afwegen: ze aan laten staan of ze uitschakelen. Als je de apparatuur laat aanstaan, zul je altijd te maken hebben met een maximale levensduur van 20.000 uur. Als je het apparaat uitschakelt, dan heb je ook een maximale levensduur van 20.000 uur, maar je verdeelt ze over meerdere dagen, weken, maanden en jaren. Als je de televisie twaalf uur per dag laat aanstaan in plaats van vierentwintig uur, dan zal hij niet dubbel zo lang meegaan, omdat het aan- en uitzetten van de televisie een vorm van spanning creëert die ook van invloed is op de levensduur.

Je kan ook een probleem hebben wanneer je de televisie van 'stand-by' op 'aan' zet op het moment dat hij zijn maximale levensduur bereikt.

 

PACKED: Is het te verwachten aantal speeluren van een Philips-televisie nog steeds 20.000?

Marc Vandeputte: Ja, Philips heeft berekend dat een televisie gedurende minstens 20.000 uur zal werken. Andere fabrikanten kunnen andere criteria gebruiken, maar wij gaan voor een minimum van 20.000 uren. Wij berekenen ongeveer 20.000 uur voor een televisie die meerdere malen per dag in- en uitgeschakeld wordt. Hiervan gaan we uit, en dan berekenen we een minimum van 20.000 uur, omdat de procedure van het in- en uitschakelen voor sommige onderdelen fysiek belastend is, vooral bij een gedissipeerd vermogen, wat resulteert in het opwarmen en afkoelen van een toestel.

Eender welke component kan het laten afweten na die 20.000 uur, maar je kan nooit op voorhand zeggen dewelke. Zij die het snelst verslechteren zijn de componenten die het meeste opwarmen. Ook soldeerverbindingen zijn gevoelig voor extreme temperatuurschommelingen. Hier in het Philips-centrum doen we proeven waarbij we de televisies belasten. We laten ze geen 20.000 uur spelen, maar ongeveer 3.000 uur, in een duidelijk gedefinieerde cyclus: in stress rooms zetten we ze verschillende keren aan en uit, terwijl we de temperatuur extreem laten variëren tussen positieve en negatieve temperaturen. Zo kunnen we op korte tijd zien wat de levensduur zal zijn en wat zich waarschijnlijk zal voordoen. Natuurlijk worden vroegtijdige defecten grondig onderzocht.

 

PACKED: Sommige defecten worden veroorzaakt door een lange periode van niet-gebruik van de apparatuur. Welke storingen zijn te wijten aan intensief gebruik van de apparatuur?

Marc Vandeputte: In videorecorders en cassettedecks zijn de afspeelkoppen, als gevolg van het gebruik, erg gevoelig voor erosie. In tegenstelling tot het eerdere voorbeeld van de condensatoren, kan je sommige delen hier niet preserveren door regelmatig gebruik. Vooral mechanisch bewegende delen moeten in goede staat gehouden worden door ze niet te vaak te gebruiken. Daarom zal preservering altijd een afweging zijn. Kogellagers, aandrijfriemen, sledes, enz. zijn onderworpen aan slijtage. Vergelijk het met autobanden...

Zelfs als ze solid state zijn, kunnen immobiele componenten vroeg of laat verslijten: eigenlijk hebben alle elektrische onderdelen een isolerend materiaal, dat vereist is wanneer je met stroomspanning werkt. Als dit materiaal gedurende een lange periode in gebruik is geweest, verliest het zijn karakteristieke isolerende eigenschappen. Als je een onderdeel hebt met twee geleiders, één met een potentie van 10V en de andere met 27kV, dan zal je bij beide geleiders een andere isolatieafstand nodig hebben. Deze isolatieafstand hangt af van het soort materiaal dat als isolator wordt gebruikt, en van de aangewende spanning. Hoe hoger de spanning, des te sneller zal de isolator – na 20.000 uur speeltijd – uitgeput raken. Het zal een geleider worden. Men zou kunnen zeggen dat hoe beter een isolatiemateriaal is, hoe dunner het kan worden gemaakt. In het algemeen geldt: hoe hoger de stroomspanning, des te beter de isolatie moet zijn om zo’n totale gebruiksduur van 20.000 uur te overleven.

Afgezien van de isolatie is er een andere oorzaak van uitputting: chips, transistors en weerstanden zijn allemaal chemische componenten of fysieke componenten en ze worden altijd belast tijdens het gebruik. Als je een chip onder spanning brengt, dan dissipeert de stroom zich in die chip, en stijgt de temperatuur van de chip langzaam van 20 °C kamertemperatuur tot 110-115 °C. Het proces van in- en uitschakelen en het wijzigen, tijdens de werking, van de temperatuur van 20 °C tot 115 °C en weer terug, creëert thermische belasting op de chip. Dit is ook een manier om de levensduur van de componenten te testen: de zwakke punten te detecteren bij het in- en uitschakelen.

Vroeger zetten mensen hun televisie 's ochtends niet aan omdat er geen uitzendingen waren. Tegenwoordig wordt er vierentwintig uur per dag uitgezonden. Het resultaat is dat mensen hun televisies de hele tijd aan- en uitzetten. Deze belastingsmomenten doet de chips verslechteren. Vijftig jaar geleden waren er misschien veertig transistors in een chip, nu hebben we er een miljoen of meer op een kleiner oppervlak, en hij gaat gemakkelijker defect dan vroeger, als gevolg van de toename van belastingmomenten.

 

PACKED: De temperatuursveranderingen binnenin de apparatuur, en in haar individuele onderdelen, hebben een belangrijke invloed hebben op hun maximale levensduur?

Marc Vandeputte: Ja, in het verleden waren fabrikanten niet tevreden als de chip bijvoorbeeld warmer werd dan 100 °C, want hoe hoger de 'delta-T'2 zoals wij ze noemen, des te sneller een chip zal verslechteren en defect raken. Het is belangrijk om de delta-T zo laag mogelijk te houden. Hoe groter de delta-T, hoe ernstiger de belasting op de onderdelen is. Dit is de reden waarom men in sommige apparatuur ventilators plaatst: om de delta-T zo laag mogelijk te houden. Soldeernaden zijn ook gevoelig voor thermische belasting: de horizontale verplaatsing van het lood van een heet onderdeel veroorzaken mechanische spanning in het soldeermateriaal.

Niet alleen de delta-T is belangrijk, maar ook de stroomspanning, de bedrijfsduur, en de bedrijfstoestand tellen. In het algemeen: speelt het toestel in een omgeving van 15 °C of 35 °C, en in een omgeving met hoge of lage luchtvochtigheid? Je kan je inbeelden dat, als een apparaat een zeer hoge temperatuur moet bereiken, de componenten belast zullen worden. Zoals ik al eerder zei: hoe hoger de stroomspanning is, des te korter de levensduur. Hoogspanningscomponenten gaan gemakkelijker stuk dan laagspanningsomponenten. Bedrijfsuren zijn een factor. Niets blijft eeuwig werken, met uitzondering misschien van een koperen draad die geen belasting ondergaat. Maar hier hebben we te maken met semigeleiders, weerstanden en elektrolytische condensatoren.

 

PACKED: Wat zijn de meest voorkomende defecten in een televisie?

Marc Vandeputte: In toenemende volgorde: de hoogspanningscomponenten (EHT- of ‘extra high tension’-componenten), de hoogspanningsweerstanden, de elco's, en de soldeerverbindingen van hete onderdelen.

 

PACKED: Zijn de hoogspanningscomponenten specifiek voor merken of modellen?

Marc Vandeputte: Ja, alle apparatuur – indien ze op netstroom werkt – heeft binnenin hoogspanningscomponenten. In het algemeen werkt moderne elektronica op lage spanningen en kan ze daarom via een batterij gevoed worden, maar er is op zijn minst een elektronisch apparaat nodig om de batterij te voeden, los van de ouderwetse transformator die de 230V netspanning naar een lager en veilig voltage brengt. Deze functie wordt nu gerealiseerd door een elektronisch circuit, het zogenaamde voedingscircuit. Die netvoeding is opgebouwd uit verschillende hoogspanningscomponenten, ontworpen door, of ontworpen voor, een bepaalde fabrikant. Ze zullen waarschijnlijk niet passen in een ander merk, tenzij het een zeer vaak voorkomend product is. Het kan dezelfde fysieke dimensie hebben, maar de elektrische specificaties zullen ongetwijfeld verschillen, en dus zijn ze noch bruikbaar, noch onderling verwisselbaar...

 

PACKED: Zou je aanraden om reserveonderdelen te verzamelen, als een belangrijke strategie om over een lange periode het onderhoud en de reparatie van de apparatuur te kunnen garanderen?

Marc Vandeputte: Indien museums hun apparatuur operationeel willen houden, dan moeten ze proberen om voor elk stuk apparatuur dat ze bezitten de reserveonderdelen te kopen.

 

PACKED: Zou je ook aanraden om elektronische onderdelen, zoals elco's, te verzamelen?

Marc Vandeputte: Elektronische onderdelen zoals elektrolytische condensatoren zijn nog steeds vaak voorkomend artikels die gemakkelijk gevonden kunnen worden. Ik zou niet aanraden om ze te verzamelen.

 

PACKED: Wat zie jij als de belangrijkste reserveonderdelen om te verzamelen?

Marc Vandeputte: Voor televisies en monitoren: de hoogspanningstransformator en de beeldbuis. De meeste hoogspanningstransformatoren en beeldbuizen zijn eigen aan een specifiek model. Zij zullen van de markt verdwijnen, en duurder en duurder worden. Het is ook aan te raden stroomtoevoeronderdelen te hebben. Meestal zijn ze als complete modules gemaakt, die eenvoudig te vervangen zijn in geval het apparaat het laat afweten.

 

PACKED: Zijn de onderdelen van een beeldbuistelevisie die door Philips werd geproduceerd verschillend van die van een beeldbuistelevisie van een ander merk?

Marc Vandeputte: Ja. De transformatoren in een Philips-televisie hebben bijvoorbeeld een bepaalde vorm, met een aantal pinnen, terwijl de transformatoren van een ander merk misschien één of meer pinnen meer of minder hebben, afhankelijk van de specificaties van het model. De leverancier levert de transformator volgens de wensen en vereisten van het merk. Het principe van een transformator is in de televisies van de verschillende merken hetzelfde – hij genereert hoogspanning en andere voltages – maar de elektrische vereisten kunnen verschillen, en dus zullen ook de mechanische pinnen niet dezelfde zijn.

Als je een bepaald tv-toestel hebt, zou je die transformator moeten trachten aan te schaffen terwijl hij nog beschikbaar is. Als hij niet meer beschikbaar is, kan je alleen maar hopen dat hij nog een extra vijftig jaar zal meegaan. Als je de hoogspanningstransformator koopt en de schakelaar die hem aanstuurt, dan zal je televisie of monitor gedurende veel jaren veilig zijn.

 

PACKED: De schakelaar?

Marc Vandeputte: Ja, de zogenaamde lijntransistor. Je kunt er altijd de handleiding op naslaan om uit te zoeken welk type in een bepaald apparaat wordt gebruikt. Soms kun je hem door een andere vervangen en er een over-gespecificeerd onderdeel met betere specificaties dan de originele in steken, en het apparaat zal weer werken.

 

PACKED: Wat beschouw jij als de ideale klimatologische omstandigheden voor de opslag van televisies en andere elektronische apparatuur?

Marc Vandeputte: Ik zou een zeer lage luchtvochtigheid en een stabiele temperatuur aanraden. Je moet voorkomen dat de luchtvochtigheid in de apparatuur geraakt. Hoe droger de lucht is, hoe beter. Wanneer een televisietoestel wordt verplaatst van een droge naar een vochtige omgeving, of van vochtige en warme omgeving naar een droge en koude omgeving, dan zal er zich condensatie verzamelen op de koudste of metalen onderdelen, en dan begint de corrosie. Qua temperatuur zou ik 18 °C aanraden. De meeste apparatuur is ontworpen om bij kamertemperatuur te werken.

 

PACKED: Wat kan er nog gedaan worden om de opslag van de apparatuur te verbeteren?

Marc Vandeputte: In apparatuur zoals videospelers en -recorders, zullen de rubberen aandrijfriemen ontbinden. Het maakt een verschil of ze worden gebruikt of niet, omdat ze onder constante mechanische spanning staan. Ik raad aan om ze van hun wieltjes te halen, wat de fysieke spanning vermindert; wat blijft is de invloed van de zuurstof in de lucht. Als de rubberen aandrijfriemen in video-apparatuur oud worden, zijn er overal scheuren, en net als andere elastiekjes zullen ze ontbinden. Ik ben geen aandrijfriemspecialist, maar ik denk dat de rubberen aandrijfriemen vacuüm bewaard moeten worden, bijvoorbeeld in een plastic vacuümzak. Het zou waarschijnlijk ook goed zijn om ze in het donker te bewaren, zodat ze tegen UV-licht beschermd worden.

Ik heb een gelijkaardige aanbeveling voor de springveren. Als er een veer in de apparatuur zit, moet je die eruit halen. Dit zal helpen om haar te trek- of duwkracht te behouden. Als springveren worden opgeslagen in een ruimte met een lage luchtvochtigheid, dan zullen ze niet roesten, omdat ze meestal al verzinkt of behandeld zijn.
Wanneer je je apparaat wilt gebruiken, moet je de aandrijfriemen en de springveren weer monteren. Dit kan een beetje onpraktisch zijn, maar het zal helpen om ze langer te doen meegaan.

 

 Een VCR N1502 van Philips.

 

PACKED: Moet de apparatuur afgeschermd van het zonlicht worden bewaard?

Marc Vandeputte: Ja, rechtstreeks zonlicht zorgt er altijd voor dat kunststof verbleekt als gevolg van het UV-licht, en het kan temperatuurswijzigingen veroorzaken.

Nu we het over temperatuurswijzigingen hebben: als je een monitor op een plaats bewaart waar het 's winters 10 ° C is en hem dan doet spelen in een ruimte waar de temperatuur 25 °C is, dan moet je ervoor zorgen dat de monitor accommodeert voordat je hem aanzet. Als je dit niet doet, zal het water, dat condenseerde op de elektrische onderdelen binnenin, problemen veroorzaken. In de documentatie van nieuwe televisies staat vermeld dat als het koud is, je de televisie binnenskamers moet brengen, maar dat je hem alleen mag inschakelen nadat hij de kamertemperatuur heeft overgenomen. Hetzelfde geldt voor alle apparatuur, zowel oude als nieuwe.

 

PACKED: Moet de apparatuur ook tegen stof worden beschermd?

Marc Vandeputte: Ja. Om een apparaat tegen stof te beschermen, zou je het kunnen bewaren in een plastic zak met zakjes silicagel als bescherming tegen vocht.
Stof is slecht voor de luchtstroom en de koeling van de apparatuur. Het is belangrijk voor de luchtstroming in de televisie dat alle ventilatie- en koelingssleuven vrij zijn, zodat de lucht binnenkan en de delta-T zo laag mogelijk houdt. In apparaten waar er geen natuurlijke luchtstroom is, zoals bijvoorbeeld in een laptop, zal de fabrikant een ventilator inbouwen om koude lucht aan te zuigen en ze over het moederbord te blazen. Wanneer je een apparaat ontvangt, moet je het openen, al het stof verwijderen, en het schoonmaken.

Stof verwijderen is ook belangrijk voor beeldbuismonitoren en -televisies, omdat er een gebied is dat niet-bedekt is – namelijk daar waar de hoogspanningsdraad is aangesloten op de beeldbuis. De rest van de buis is bedekt met een geleidende zwarte deklaag, gemaakt van grafiet. De oppervlakte zonder deklaag moet vrij zijn van stof en vocht. Als er veel vuil is, dan zal er een overslag zijn, omdat deze zone niet als een volledige isolator werkt. Dat brengt hoogspanning met zich mee, dus je moet er zeker van zijn dat er in dit geïsoleerde gebied – of op de hoogspanningsdraad, waar 30kV op staat – geen geleidende delen zijn. Als er te veel vuil is waardoor er een geleidend oppervlak ontstaat, dan kan dit leiden tot een vonk of een boog, net als een bliksemschicht. Wanneer je een oude televisie aanzet, hoor je vaak een statische lading en ontlading, net als bij het uitdoen van een synthetische trui. Het is de hoogspanningstransformator die knettert. Hoe meer vuil er zich bevindt, hoe meer geknetter je zult horen. Om een overslag te voorkomen, in eender welk deel, moet je dit gebied van de beeldbuis schoonhouden.

Door dit gebied schoon te maken zal je een heleboel mogelijke defecten voorkomen. Maar als je de beeldbuis reinigt, zou je nooit een doekje mogen gebruiken, vanwege de grafietdeeltjes die je in dat gebied kan bijeenvegen. Reinig de hoogspanningsdraad ook, aangezien hij door de hoge spanning een hoop geladen deeltjes aantrekt. Mechanisch bewegende delen zijn zeer gevoelig voor stof. Dit kan leiden tot ongewenste wrijving in het raderwerk.

 

 Bestofte onderdelen in een CRT televisie van Philips

 

PACKED: Nog zaken die we beter laten?

Marc Vandeputte: Het kan gevaarlijk zijn om sommige delen van een apparaat te smeren. Veel kunststoffen ontbinden binnen de twee of drie dagen na contact met olie. Breng nooit smeer aan, zelfs niet op metalen onderdelen, omdat het de neiging heeft zich te verspreiden en in contact te komen met plastic, dat dan stuk zal gaan. Één uitzondering: wanneer het duidelijk is dat (bijna) alle onderdelen mechanisch zijn, zoals bijvoorbeeld in oude grote bandrecorders. Er zijn specifieke vloeistoffen die wel kunnen worden gebruikt in combinatie met het plastic in videorecorders of cassettedecks, om waar nodig te smeren.

 

PACKED: Veel kunstwerken gebruiken monitoren en andere apparatuur die, bijvoorbeeld, zijn ingebouwd in een houten sculptuur. Kan dit geoptimaliseerd worden?

Marc Vandeputte: Stel je voor dat een monitor in een doos wordt geplaatst. Je moet in gedachten houden dat warme lucht altijd de neiging heeft te stijgen. Dit betekent dat je ventilatie-openingen moet aanbrengen in de doos of kubus. De diameter van deze gaten moet minstens gelijk zijn aan, en bij voorkeur groter zijn dan, de dikte van het materiaal van de doos. Lucht wil vrij doorstromen, maar niet door openingen die te klein zijn. Je moet dus rekening houden met de dikte van het omhulsel. De ventilatie-openingen moeten zowel aan de onderkant als bovenaan geplaatst worden, om voor een goede luchtcirculatie te zorgen. Alle televisies zijn ontworpen om de koellucht langs de onderkant binnen te laten komen, en de hete lucht er langs boven uit te laten. Als een kunstwerk gebruik maakt van een beeldbuismonitor die ondersteboven is geplaatst, of op zijn rug is gelegd, dan is het gedaan met de koeling en de natuurlijke convectie in de televisie. Het resultaat is dat de levensduur van de monitor zal verminderen. Als je een monitor of televisie ondersteboven plaatst, of op zijn rug legt, dan moet je gedwongen koeling gebruiken.

 

PACKED: Een casestudie die onderdeel is van ons onderzoeksproject, is een installatie van Bert Schutter uit het Stedelijk Museum in Amsterdam met de titel 'Mill x Molen'. De monitoren zijn in rijen geplaatst, in een hoek van vijfenveertig graden, en deze rijen nemen de vorm aan van een molen.

Marc Vandeputte: Een hellingspercentage van vijfenveertig graden is nog aanvaardbaar. De monitoren zullen nog steeds door natuurlijke convectie gekoeld worden. Zolang een monitor niet meer dan vijfenveertig graden gekanteld is in een bepaalde richting zou er zich geen enkel probleem morgen voordoen, maar als hij negentig graden gekanteld is of ondersteboven is geplaatst, dan zal de natuurlijke koeling niet meer werken. Dan moet aan gedwongen koeling worden gedacht, wat niet zo makkelijk is om te doen.

Stel je voor dat je een televisie tegen het plafond hangt: de lucht kan niet vrij doorstromen. Het plafond is sowieso al de warmste plaats in een kamer. Koude lucht komt langs de onderkant, dus je hebt binnenin je toestel een schoorsteeneffect nodig.

 

PACKED: De monitoren in dit werk zijn ook in een lijn tegen elkaar geplaatst: kan dit een probleem vormen?

Marc Vandeputte: Als ze in een lijn tegen elkaar geplaatst zijn en als de temperatuur niet hoger klimt dan 35 °C, dan zou dit in orde moeten zijn.

 

 Bert Schutter, Mill x Mollen, 1982/1990, met toestemming van: Institituut Collectie Nederland (ICN).

 

PACKED: Kan het opnieuw solderen van slechte soldeerverbindingen worden aanbevolen als een preventieve onderhoudsactie?

Marc Vandeputte: Ja, alle gevoelige lassen kunnen proactief opnieuw gesoldeerd worden. Zij zijn één van de meest voorkomende oorzaken van defecten.

 

PACKED: Zijn er nog andere nuttige preventieve maatregelen die genomen kunnen worden?

Marc Vandeputte: Sommige apparaten bevatten batterijen, en die mag men niet uit het oog verliezen. Ze kunnen een dubbele functie hebben in het apparaat: een stroomonderbreking of een langere periode zonder stroom overbruggen, en de instellingen in het geheugen behouden. Meestal is de geheugenfunctie in een apparaat er om voorinstellingen te behouden, zoals een opgeslagen frequentie bijvoorbeeld. In een oudere televisie zorgt een batterij vaak voor het behoud van het geheugen terwijl de apparatuur uitgeschakeld is.

In Philips-televisies werden tot 1987 batterijen gebruikt: het geheugen vereiste een batterij om het onder spanning te houden. Meestal waren het nikkel-cadmium-batterijen op printplaten, die gedurende ongeveer een maand de spanning konden behouden. Bleef je televisie gedurende meer dan een maand uitgeschakeld, dan was het geheugen van de televisie verloren en moest je hem herprogrammeren. Waren ze van goede kwaliteit, dan konden ze twee maanden overbruggen, en soms zelfs langer. Dat was ook afhankelijk van de stroom die door de circuits uit de batterij werd gehaald, of van de kwaliteit van de batterij zelf. Door een televisie in stand-by modus te zetten bleef de batterij volledig opgeladen. Je moet dus ook op de batterijen letten.

Vandaag worden batterijen nog steeds gebruikt in andere apparatuur, zoals laptops, waar ze de spanning voor de BIOS in stand houden, of in sommige FM-radiotuners, omdat dat handiger is. Er zijn korte batterijen van 1,2 V en langere. De spanning stijgt telkens met 1,2 V; je hebt versies van 3,6 V, 2,4 V en 1,2 V. Ze kunnen allemaal op het internet worden gekocht, als je weet welke vorm ze hebben. Indien je binnenin een batterij vindt, dan kun je ze door een gloednieuwe vervangen. Zo kun je het apparaat voor een langere periode uitschakelen, zonder informatie te verliezen. Denk nooit dat je systeem een defect heeft en dat je het moet weggooien, want het kan gewoon zijn dat er eenvoudigweg een batterij leeg is.

 

PACKED: Als er elcaps vervangen moeten worden, zou je dan aanraden om ze allemaal tegelijk te vervangen?

Marc Vandeputte: Het hangt ervan af. Ik heb in mijn leven veel televisies gerepareerd; ik kan me het exacte aantal niet herinneren. Op een bepaald moment begin je de zwakke punten van een televisie te herkennen. Je ziet iets in het beeld, en je kan onmiddellijk vertellen of het afkomstig is van de afbuiging van het beeldraster, de afbuiging van de beeldlijn, of van de voeding zelf. Als er een soort, type of merk elcaps gebruikt werd, en je merkt dat ze van mindere kwaliteit zijn, dan moet je ze allemaal vervangen – als een preventieve actie, en ook om de klant tevreden te stellen…

Maar het vervangen van alle elcaps in één keer kan ook een geldverspilling zijn, omdat in sommige televisies slechts drie elcaps vervangen moeten worden, terwijl vijfentwintig anderen van hetzelfde merk nooit zullen verslijten. Daar is een reden voor. In bepaalde circuits schommelt de spanning tussen verschillende waarden. Door een weerstand en een elcap bij de ingang te plaatsen, zal de spanning stabiel worden. Wanneer de spanning fluctueert noemen we het een rimpelstroom. De elcap zal de hoeveelheid spanningschommeling compenseren, en stroom leveren wanneer de spanning laag is. Hoe hoger de rimpelstroom, hoe sneller de elcap stuk zal gaan. Dit is de reden waarom in sommige circuits waar de rimpelstroom erg laag is, de elcap langer zal meegaan dan in circuits waar de rimpelstroom zeer hoog is. Het is net als een motor: als je hem op 2.000 tpm laat draaien, zal hij langer meegaan dan wanneer hij op 4.000 tpm draait.

 

PACKED: Zijn condensatoren vervangbaar?

Marc Vandeputte: Je moet de elcaps door de originele vervangen, zowel wat waarden, als wat types betreft. Het merk is niet belangrijk, maar het type is van cruciaal belang. Condensatoren hebben verschillende vormen: sommige zijn buisvormig, sommige zien er echt ouderwets uit, enz. Er is altijd een positieve (+) en een negatieve (-) zijde, en er wordt altijd een capaciteit vermeld, bijvoorbeeld 100 microfarad en 25V. Je kunt die niet vervangen door een elcap die 100 microfarad en 16V heeft, omdat die niet bestand is tegen de spanning. Het betekent dat de maximaal toepasbare spanning 25V is, en als je hem vervangt door 100 microfarad maar met 16V, dan zal hij ontploffen. Je kunt hem vervangen door een 35V, maar het is beter om hem door dezelfde waarde te vervangen.

 

PACKED: Is het mogelijk om een defect in het beeld te linken aan één van de onderdelen?

Marc Vandeputte: Ja, sommige defecten zijn rechtstreeks verbonden met een aantal specifieke onderdelen, maar je moet een ervaren technicus zijn om dit te zien.

 

PACKED: Sommige musea hebben ervaren technici die iets weten van televisies, monitoren en/of videotechnologie. Maar de meeste van hen zijn kleine musea die geen technici hebben, en dus een andere strategie moeten bedenken.

Marc Vandeputte: Door geen geschoolde technicus in huis te hebben, nemen ze risico's. Als ze bijvoorbeeld een apparaat in een situatie plaatsen waarvoor het niet is ontworpen, dan is het normaal dat de apparatuur problemen zal ondervinden. Musea zouden een technicus moeten hebben, of iemand moeten uitnodigen om hen correct advies te geven, voordat de tentoonstelling geïnstalleerd wordt.

Als je een televisie bijvoorbeeld ondersteboven wil te hangen, met het scherm naar het plafond en de achterkant naar de grond, dan moet je vooraf eerst een technicus vragen welke voorzorgsmaatregelen je moet nemen om schade te voorkomen. Je moet ook vragen hoe je hem stabiel kan krijgen, om te voorkomen dat hij ineen zal zakken of vallen. Een televisie is niet gemaakt om zijn eigen gewicht te dragen wanneer hij op zijn rug wordt gelegd. Hij is van plastic gemaakt, en is vaak flexibel. Hoewel televisies soms echt onbuigzaam en sterk kunnen zijn, werden ze niet ontworpen om op hun rug te liggen. Je moet vragen hoe je een gedwongen koeling moet installeren. Als je de televisie ondersteboven zet, dan zal de luchtdoorstroming niet naar behoren verlopen, en dus zal je gedwongen koeling moeten toepassen. Je kan dit doen met een ventilator, maar als je hem aan de voorkant opstelt, dan zal de hele tentoonstelling erdoor geruïneerd worden. Een inventieve technicus kan een ventilator op de juiste plaats installeren om de lucht op te zuigen, of om de lucht binnenin de televisie beter te verdelen, zodat de warme lucht naar buiten gaat en tenminste een aantal onderdelen gekoeld zullen worden.

 

PACKED: Hoe zit het met inbranden van het scherm?

Marc Vandeputte: Stilstaande beelden mogen niet permanent worden weergegeven op plasma-, beeldbuis- of LCD-schermen. Het inbranden is de reden waarom veel televisie-omroepen om het half uur, of om de twee uur, hun logo rond het scherm laten bewegen, en het logo ook zo transparant mogelijk maken. Logo's kwamen laat in gebruik; in de oude tv-wereld waren er geen logo's.

In sommige Philips-televisies wordt het beeld regelmatig verschoven, en de klant ziet dat niet. Het beeld gaat een paar stapjes naar beneden, dus in feite beweegt het. Je verliest afwisselend vanboven, beneden, links of rechts een stukje van het beeld, om het inbranden te voorkomen.

 

PACKED: Is het goed voor de beeldbuis om een grijs beeld te tonen wanneer ze een lange periode niet heeft gespeeld?

Marc Vandeputte: Ja. Wanneer je een grijs beeld toont zul je de beeldbuis, of veel van de elektronica, niet overbelasten. Zij zullen in een gematigde modus staan. Wanneer je een wit beeld toont, moet de hoogspanningsgenerator hard werken, er is veel rimpelstroom op de elcaps en op de drie elektronenkanonnen die rood, groen en blauw produceren. Om de juiste vermenging te krijgen en een wit beeld te produceren, moeten ze dikwijls worden opgeladen. Natuurlijk werden televisies gemaakt om bestand te zijn tegen die zware ladingen, maar voor de levensduur van de beeldbuis is het beter om een grijs beeld te gebruiken. Het mag geen groen, blauw of rood beeld zijn, maar het moet een grijs beeld zijn, want een grijs beeld zal elk pigment gelijkmatig opladen. Wanneer je een rode afbeelding met weinig contrast toont, dan zal je de rode fosforescerende stoffen dwingen om licht te geven, terwijl de blauwe en groene niet geactiveerd worden.

 

PACKED: Wat is de huidige levenscyclus van een Philips-product?

Marc Vandeputte: De maximale verkoopstijd voor een typische Philips-televisie is één jaar of minder, daarna worden nieuwe modellen geïntroduceerd. Natuurlijk is de ontwikkelingstijd langer.
De reserveonderdelen voor elk product zijn gedurende ten minste zeven jaar, of langer, beschikbaar – het hangt ervan af. We moeten voorspellen welke onderdelen het zullen laten afweten. Indien we tijdens de ontwikkelingsfase kunnen voorspellen dat een onderdeel zwak is, dan moeten we het sterker maken, of een manier proberen vinden waardoor het minder belast wordt. Geen enkele onderdeel wordt gebruikt op een manier die in tegenstelling is met de eigen specificaties.

 

PACKED: Wat gebeurt er na zeven jaar? Behoud je de reserveonderdelen wanneer deze periode eindigt?

Marc Vandeputte: Ze worden zo lang mogelijk op de herstellingsdienst bewaard.

 

PACKED: Is het een goed idee om een voorraad onderdelen zoals voedingscomponenten en elcaps aan te leggen, of blijven ze altijd min of meer hetzelfde?

Marc Vandeputte: Het is moeilijk te voorspellen welke onderdelen voor een lange tijd beschikbaar zullen zijn. Ook is het moeilijk te voorspellen welk onderdeel het zal laten afweten... Je zou kunnen eindigen met meer onderdelen dan je ooit zal nodig hebben. Maar aan een technicus die iets weet van de apparatuur die in een museum wordt gebruikt, vragen welke reserveonderdelen te bestellen, kan veel helpen!

 

PACKED: Worden de onderhoudshandleidingen ergens gearchiveerd?

Marc Vandeputte: Ja. Sommigen zijn hier in Brugge en sommige in Eindhoven, maar voor alles wat hier is ontworpen, is hier een handleiding beschikbaar.

 

PACKED: Kan een klant ernaar vragen?

Marc Vandeputte: Nee, alleen Philips-medewerkers kunnen ernaar te vragen. De productie en distributie van onderhoudshandleidingen is erg duur, en dus worden ze in beperkte oplage gedrukt, alleen voor professionele herstellers.

 

PACKED: Ze zijn niet allemaal gedigitaliseerd?

Marc Vandeputte: Veel ervan worden in PDF-formaat aangemaakt, en anderen, voor oude televisies, worden gescand.

 

PACKED: Waar kunnen musea een reparatiedienst vinden als ze willen dat hun oude televisies gerepareerd worden, en ze zelf geen technici hebben die vertrouwd zijn met de elektronica?

Marc Vandeputte: Je kunt altijd terecht bij Philips voor Philips-producten, om het dichtstbijzijnde erkende herstellingscentrum te vinden. In vroegere tijden had Philips veel herstellingscentra, maar tegenwoordig worden ze uitbesteed. Er waren een heleboel mensen met een uitgebreide kennis over oude Philips-televisies in deze centra.

Televisies repareren is een specialisatie. Ik weet veel over oudere Philips-televisies, maar niet over televisies van andere merken.

 

PACKED: Waar zoek je naar dit soort informatie op het internet?

Marc Vandeputte: Je moet gewoon op het internet zoeken, door het typenummer van het apparaat in te typen. Je krijgt een lijst van sites met informatie over het apparaat. Ik surf naar een Nederlands forum voor amateurs en professionelen dat circuitsonline.net heet. Je kunt er eender welke vraag posten in verband met het modelnummer en het probleem. Het is een gemeenschap die informatie deelt en advies geeft aan anderen. Dergelijke informatie is natuurlijk maar beschikbaar zolang de sites onderhouden worden...

 

PACKED: Dit is ook een manier om kennis te vergaren over apparatuur die obsoleet is of het binnenkort zal worden.

Marc Vandeputte: Veel televisies en elektronische apparatuur zijn wegwerpartikelen geworden worden en niemand is geïnteresseerd in kennis over hen. Philips heeft 'Circuit Descriptions' in zijn herstellingsafdeling, die samen met de herstellingsdocumentatie beschikbaar zijn. Op die manier is de werking van de schakelingen die in de apparatuur worden gebruikt beschikbaar, net als bepaalde herstellingsadviezen.

 

PACKED: Jouw zorg voor oude televisies maakt je tot een soort van Philips-archivaris?

Marc Vandeputte: Ja, op een bepaalde, maar zeer beperkte manier …

 

 

Voetnoten

 

  • 1. DVB via satelliet
  • 2. Delta T stelt het temperatuurverschil tussen de ‘uit’ en ‘aan’-situatie voor.
interview_tag: 
logo vlaamse overheid