A short guide to identify U-matic and Betacam videotapes

Author: Emanuel Lorrain (PACKED vzw)

Publication date: June 2013

 

Waarom het videotapeformaat identificeren?

De inventarisatie en identificatie van de te digitaliseren videotapes en tapeformaten is één van de eerste stappen die de beheerder van een audiovisuele collectie of archief moet ondernemen voorafgaand aan een digitaliseringsproject. Sinds de eerste video-opname in 1951 zijn er wereldwijd verscheidene videotapeformaten ontwikkeld en gebruikt door zowel professionelen als niet-professionelen.

Het formaat van de drager waarop de audiovisuele inhoud is vastgelegd is steeds belangrijke informatie bij de voorbereiding van digitaliseringsprojecten, zowel wanneer deze intern als extern door een gespecialiseerd worden uitgevoerd. Informatie over o.a. het videotapeformaat, de speelduur en de opnamestandaard is belangrijk omdat ze een grote impact kan hebben op de uiteindelijke digitaliseringskostprijs. Ze laat niet enkel toe om te bepalen welke audiovisuele inhoud het meest wordt bedreigd, maar bijvoorbeeld ook hoeveel tijd er moet geïnvesteerd worden in reinigings- en bakprocedures en het aantal vereiste afspeeltoestellen dat moeten worden voorzien en aangekocht om de verschillende types videotapes te digitaliseren.

 

Opnamestandaarden

De inhoud van de videotapes die deel uitmaken van een audiovisuele collectie of archief kan geproduceerd zijn met behulp van verschillende opnamestandaarden. De technische informatie hierover zal belangrijk zijn om de videotapes af te spelen en te digitaliseren. Wereldwijd bestaan er grofweg drie verschillende opnamestandaarden voor video.

 

PAL

PAL is de afkorting van ‘Phase Alternation by Line’. Het is de meest gebruikte standaard in zowel Europa als in andere landen, zoals bijvoorbeeld Australië en China. Bij de opname van een videotape in België is hoogstwaarschijnlijk het PAL-systeem gebruikt.

 

Informatie over de standaard op het label van een U-matic doos. Foto: PACKED vzw

 

SECAM

SECAM is de afkorting voor ‘Séquentiel couleur à mémoire’ (‘Sequential Color with Memory’ in het Engels) en is een opnamestandaard die vooral werd gebruikt in Frankrijk, haar kolonies en een aantal landen in het Midden-Oosten. SECAM-apparatuur werd snel compatibel met de PAL-standaard en werd aan het begin van de jaren ’80 voor de meeste vormen van professioneel gebruik vervangen door PAL-apparatuur.

 

NTSC

NTSC is de afkorting voor National Television System Committee en is de opnamestandaard die voorkomt in de Verenigde Staten, Canada, Japan en enkele andere landen. Deze televisiestandaard werd nooit gebruikt in Europa, maar NTSC-opnamen kunnen vaak worden aangetroffen in collecties en archieven van kunstmusea en kunstencentra wanneer zij buitenlandse videotapes hebben verworven en gepreserveerd.

 

Standaardinformatie op de doos van een Betacam SP tape. Foto: PACKED vzw

 

Het verschil tussen deze opnamestandaarden (vooral tussen enerzijds NTSC en anderzijds PAL en SECAM) is het aantal even en oneven lijnen die het beeld samen vormen en het aantal beelden per seconde die worden opgenomen en weergegeven (25 bij PAL en SECAM, en 29,97 bij NTSC). Moderne videotoestellen en beeldschermen zijn vaak multistandaard, oudere apparaten niet. Op een standaard PAL-videospeler of -televisie zal de weergave van een kleursignaal van een SECAM-videotape enkel in zwart-wit gebeuren. Wanneer geen informatie over de gebruikte opnamestandaard wordt vermeld op het label of de verpakking van de videotape, noch in het collectiebeheersysteem, kan naast het afspelen van de videotape enkel de afkomst hierover een aanwijzing geven. Sommige landen zijn echter op een bepaald ogenblik overgeschakeld van één opnamestandaard naar een andere, bijvoorbeeld de Duitse Democratische Republiek dat overschakelde van SECAM naar PAL na de hereniging met de Bondsrepubliek Duitsland. Bovendien zijn er afhankelijk van het land en de periode verschillende variaties van PAL, SECAM en NTSC gebruikt.

 

De twee onderstaande links bieden meer nauwkeurige en volledige informatie over de opnamestandaarden die wereldwijd worden en werden gebruikt:

 

Aanvullende historische en technische details zijn te vinden in de Wikipedia-artikels over PAL, NTSC en SECAM:

 

U-matic

U-matic is een analoog videoformaat dat op het einde van de jaren ’60 werd ontwikkeld door Sony. Er wordt vaak naar verwezen als het 3/4-duim formaat vanwege de breedte van zijn magnetische tape. U-matic werd gebruikt in een breder waaier van semiprofessionele toepassingen, door bijvoorbeeld kunstenaars, universiteiten en bedrijven. De professionele omroepsector gebruikte U-matic meestal voor reportages en nieuwsgaring, terwijl ze voor andere programma programma’s het oudere 1-duim formaat bleef hanteren. Het wijdverspreide gebruik van U-matic in verschillende domeinen zorgt ervoor dat dit formaat wereldwijd in aanzienlijke aantallen aanwezig is in bijna elke audiovisuele collectie of archief. U-matic-cassettes worden vaak als prioritair beschouwd bij digitalisering omdat ze gekend zijn voor de snelle verslechtering van de magnetische tape en de kans op aantasting door het sticky shed-syndroom. Het afspelen en digitaliseren van de videocassettes vereist een voorraad van afspeeltoestellen geschikt voor dit formaat en reserveonderdelen zoals videokoppen die zelfs op de tweedehandsmarkt zeldzaam worden.

 

Low-band, high-band, SP

Het U-matic-formaat onderging verschillende evoluties sinds het in 1971 op de markt werd gebracht. De eerste upgrade kwam er aan het begin van de jaren ’80 toen Sony BVU (of Broadcast Video U-matic) introduceerde, ook gekend als high-band U-matic. Vervolgens werd het oorspronkelijke U-matic formaat beter gekend onder de benaming low-band U-matic. Het high-band formaat had een verbeterd systeem voor de opname van kleuren en een lager ruisniveau. De laatste verbetering van de beeldkwaliteit van U-matic was BVU SP (of Broadcast Video U-matic Superior Performance), dat in 1988 door Sony werd geïntroduceerd. U-matic SP-tapes zijn meestal herkenbaar door de vermelding van de letters 'SP' op de videocassette zelf (meestal in de rechterbovenhoek).

 

Een KSP-60 cassette uit de Sony U-matic SP tapereeks. Foto: PACKED vzw

 

Afmetingen en maximale speelduur

Binnen het U-matic-formaat bestaan een verschillende varianten, bijvoorbeeld op het vlak van de maximale speelduur en type. Ze bestaan in twee verschillende afmetingen:

  • De grote cassettes (221 mm x 140 mm x 32 mm) werden gebruikt in studio-apparaten. Ze worden vaak KCA genoemd en kunnen verschillen qua maximale speelduur: 10 min, 20 min, 30 min of 60min. Er werden door verschillende fabrikanten (Sony, 3M, Quantegy, enz.) ook videocassettes met een afwijkende speelduur geproduceerd, bijvoorbeeld 5 min en 75 min.

 

De meest voorkomende U-matic doos. Foto: PACKED vzw

 

  • De kleinere cassettes (186 mm x 123 mm x 32 mm) werden gebruikt in draagbare videospelers en vaak ‘U-matic S’ genoemd. Deze videocassettes kunnen ook in studio-apparaten worden afgespeeld, maar voor oudere topladermodellen van U-matic-spelers (zoals de KCA-1 van Sony)  is een adapter vereist. Er bestonden meestal twee variaties qua maximale speelduur: 10 min en 20 min, alhoewel sommige fabrikanten zoals bijvoorbeeld 3M op een bepaald ogenblik ook een videocassette met een maximale speelduur van 30 min produceerden.

De totale speelduur van een videotape is steeds een beetje langer dan de speelduur die wordt aangegeven door de fabrikant.

 

Een U-matic S en een U-matic L tape. Foto: PACKED vzw

 

Benamingen

De belangrijkste reeksen videocassettes die werden geproduceerd door Sony werden BRS, XBR en KSP genoemd, en volgden de evolutie van U-matic van low-band naar high-band en uiteindelijk U-matic SP. De onderstaande tabel die werd overgenomen van de website umatic.palsite.com geeft een overzicht van enkele van de meest voorkomende Sony-benamingen voor zijn reeksen U-matic-cassettes.

 

KSP reeks
Klein KSP-S10, KSP-S20
Groot KSP-10, KSP-20, KSP-30, KSP-60
XBR reeks
Klein KCS-10XBR, KCS-20XBR
Groot KCA-10XBR, KCA-20XBR, KCA-30XBR, KCA-60XB
BRS reeks
Klein KCS-10BRS, KCS-20BRS
Groot KCA-10BRS, KCA-20BRS, KCA-30BRS, KCA-60BRS

Sony gebruikte ook andere benamingen, zoals KSA, en andere fabrikanten zoals 3M, Maxell en Ampex benoemden hun tapes weer anders. 3M gebruikte bijvoorbeeld voor haar cassettes in plaats van de Sony-benamingen lettercodes zoals UCA, MBR of SP30. Maxell gebruikte vaak KCA en KCS voor de grote en kleine cassettes, maar op sommige tapes voegde het merk dan initialen toe zoals ‘BQ’ voor 'Broadcast Quality' of HG voor 'High Grade'.

 

Kleuren

3M gebruikte een verschillend ontwerp voor U-matic S cassettes. Verder werden cassettes en dozen vervaardigd in verschillende kleuren, afhankelijk van het merk en het model. De cassettes konden zijn vervaardigd uit witte, blauwe, rode, oranje of zelfs doorschijnende plastiek. U-matic SP cassettes werden meestal vervaardigd uit donkere plastiek.

 

Een U-matic tape met transparante behuizing. Foto: PACKED vzw

 

Digitale klankopnamen

Er wordt vaak vergeten dat het formaat U-matic niet enkel werd gebruikt voor het vastleggen van video maar ook van audio. In de jaren '80 werden U-matic-cassettes gebruikt voor de opname en mastering van digitale audio. Met behulp van Sony's PCM-adapter (PCM-1600, PCM-1610 en PCM-1630) werden U-matic-opnametoestellen gebruikt voor het transport van de magnetische tape. Fabrikanten produceerden ook speciale cassettes voor digitale klankopnamen. Sony’s cassettes werden benoemd met de initialen ‘MDU’ en de doos droeg een label met de vermelding 'Digital Audio Master Cassette'. 3M gebruikte de initialen ‘AUD’ voor haar reeksen Digital Audio U-matic-cassettes. Er werden echter ook klassieke U-matic-cassettes voor digitale klankopnamen gebruikt. Vooraleer te besluiten dat een cassette geen opgenomen signaal bevat of defect is omdat er geen signaal wordt weergegeven bij het afspelen, moeten de doos en de labels worden gecontroleerd op de aanwezigheid van een aanwijzing dat de cassette een digitale klankopname zou kunnen bevatten. Wikipedia geeft aan dat “het beeld dat wordt geproduceerd door een U-matic-tape met een digitale klankopname normaal een onstabiel beeld met een ruitpatroon voortbrengt op een monitor.”

 

Een ander type doos die door 3M gebruikt werd voor de U-matic tapes. Foto: PACKED vzw

 

De onderstaande links geven aanvullende technische en historische informatie over het formaat U-matic:

 

Betacam-formaten

Betacam is de benaming die wordt gebruikt voor een familie van analoge en digitale videocassettes die worden ontwikkeld door Sony, o.a. Betacam, Betacam SP, Digital Betacam, Betacam SX en Betamax IMX. Het Betacam-formaat richtte zich specifiek tot omroepen en professionelen als opvolger van het formaat 1-duim Type C en had een betere kwaliteit dan de U-matic-cassette.

Sinds de lancering van de eerste Betacam-cassette hebben Sony en andere fabrikanten verschillende apparaten en formaatvarianten ontwikkeld en gecommercialiseerd. Betacam-formaten gebruiken allen een 1/2-duim magnetische tape en bestaan in twee afmetingen: L (236 mm x 144 mm x 25 mm) en S (155 mm x 95 mm x 25 mm). Verschillende fabrikanten zoals bijvoorbeeld Sony, Maxell, Fuji, BASF en 3M produceerden verschillende generaties Betacam-casssettes.

 

Betacam SP tapes van verschillende merken. Foto: PACKED vzw

 

Analoge formaten: Betacam en Betacam SP

Het originele Betacam-formaat, soms ook “oxide Betacam” genoemd vanwege de ijzeroxide die werd gebruikt om de magnetische tape te vervaardigen, is een analoog formaat dat op de markt werd gebracht in 1982. Sony’s Betamax-formaat voor niet-professionele gebruikers (gelanceerd in 1975) is bijna identiek qua afmetingen en vorm aan het originele Betacam-formaat. Afgezien van de cassettes waren Betamax en Betacam echter twee totaal verschillende systemen: terwijl een composiet videosignaal werd gebruikt voor Betamax werd een component videosignaal gebruikt voor Betacam. Bovendien resulteerde Betacam in een betere kwaliteit dan Betamax. Om verwarring te vermijden tussen een Betamax- en een Betacam-cassette, moet men zoeken naar een aanduiding of een logo van het Betamax-formaat in de vorm van de Griekse letter Beta. Betamax en Betacam waren echter onderling verwisselbaar en bruikbaar in opname- en afspeeltoestellen voor zowel Betacam en Betamax.

Betacam SP (voor Superior Performance) werd gelanceerd in 1979 en verhoogde de resolutie van het originele Betacam-formaat van 300 naar 400 lijnen. Betacam SP werd al snel het nieuwe standaardformaat voor televisieomroepen en professionele productiehuizen. Om de ‘Superior Performance’ te bereiken vervingen de producenten de ijzeroxidetapes van de originele Betacam door hoogwaardige metaaloxide tapes. Alhoewel dit een betekenisvolle vooruitgang betekende, waren de meerderheid van de Betacam SP-toestellen nog steeds in staat om ook de vroegere Betacam-cassettes af te spelen. Fabrikanten gebruikten verschillende kleuren voor de doos en de plastiek behuizing van de cassettes (bijvoorbeeld donkergrijs, donkerblauw en zwart) en zelfs binnen de productie van één merk konden de kleuren wijzigen. Een betere manier om Betacam SP-cassettes te identificeren is te zoeken voor de initialen ‘SP’ die meestal aanwezig is in de rechterbovenhoek van de cassette (op het beweegbare mechanisme dat de magneetband afdekt).

 

Digitale formaten: Digital Betacam, Betacam SX en Betacam IMX

Digital Betacam, (vaak DigiBeta genoemd) is het eerste digitale tapeformaat van de Betacam-familie. Sony lanceerde deze digitale versie van hun analoge standaard in 1993 en ze verving gaandeweg Betacam en Betacam SP bij veel televisieomroepen en professionele productiehuizen. Gedurende lange tijd was dit het moederformaat dat de voorkeur genoot van de beheerders van audiovisuele collecties en archieven, als men het zich kon veroorloven, omdat het in tegenstelling tot analoge formaten toeliet om verschillende kopieën te maken zonder generatieverlies. Voor vele audiovisuele collecties en archieven die nog niet de overstap hebben gemaakt naar bestandsgebaseerde archivering is Digital Betacam nog steeds het archiveringsformaat. De plastiek die wordt gebruikt voor de dozen en de behuizing van de cassettes is meestal blauw, grijs of grijsblauw.

 

Digitale Betacam tapes in klein en groot formaat. Foto: PACKED vzw

 

Twee verschillende Digitale Betacam tapes waarbij verschillende kleuren blauw gebruikt werd in hun plastic behuizing. Foto: PACKED vzw

 

Betacam SX is het tweede digitale formaat van de Betacam-familie dat werd geproduceerd door Sony. De Betacam SX-cassettes zijn goedkoper dan de Digital Betacam-cassettes en hebben een langere afspeelduur door het gebruik van een grotere compressie van het signaal. De meeste Betacam SX-toestellen zijn zodanig gebouwd dat ze ook vorige Betacam-generaties kunnen afspelen, aangezien hun bovenste trommel zowel analoge als digitale afleeskoppen bevat. Betacam SX-cassettes zijn makkelijk te onderscheiden van andere cassettes dankzij de gele kleur van de doos en de plastiek behuizing van de cassette.

 

Een Betacam SX tape in zijn doos. Foto: PACKED vzw

 

MPEG IMX is de derde digitale afstammeling van het Betacam-formaat. Het gebruikt MPEG-compressie en werd ontwikkeld voor de digitale workflows in omroepomgevingen. Op kleine cassettes kan tot 60 minuten worden opgenomen en op grote cassettes tot 184 minuten. MPEG IMX-toestellen werden ook zodanig ontworpen dat het afspelen van vroegere analoge en digitale Betacam-formaten mogelijk is. Betacam MPEG IMX-cassettes hebben een groene of turkooise plastiek behuizing.

In de meeste gevallen zullen Betacam SP, Digital Betacam, Betacam SX en Betacam MPEG IMX makkelijk te identificeren zijn aangezien de formaatnaam staat vermeld op de doos en belangrijker nog in de rechterbovenhoek van de cassette (op het beweegbare mechanisme dat de magneetband afdekt) en soms ook op het body van de cassette.

 

Verschillende types en generaties Betacam tapes. Foto: PACKED vzw

 

Modellen en speelduur

Veel videotapefabrikanten drukten een exacte referentie voor het model ergens op de plastiek behuizing. Wanneer dit het geval is, geeft het nummer dat deel uitmaakt van de referentie vaak de maximale speelduur aan. Een Betacam SP-cassette van Sony met bijvoorbeeld de benaming ‘BCT-10MA’ heeft een maximale speelduur van 10 minuten, een Digital Betacam-cassette van Maxell met de benaming ‘B-D124L’ daarentegen heeft een maximale speelduur van 124 minuten. Zoals reeds eerder vermeld, is de totale speelduur van een cassette echter meestal iets langer dan de maximale speelduur die wordt aangegeven op de doos of cassette.

 

Gedrukt modelnummer op een Digtiale Betacam tape. Foto: PACKED vzw

 

Conclusie

De U-matic- en Betacam-formaten hebben verschillende technologische evoluties ondergaan. Door kruiscontrole van informatie over afmetingen, jaartallen, kleuren van de cassettes, benamingen en referenties vermeld op de cassettes, is het vrij makkelijk om het formaat te identificeren. Het op voorhand identificeren van de verschillende videoformaten, varianten, standaarden, merken en speelduren in een audiovisuele collectie of archief is een belangrijke hulp voor digitaliseringslabo’s. Vertrekkend van hun ervaring gebaseerd op het digitaliseren van duizenden videotapes zullen zij reeds louter op basis van deze informatie goed kunnen inschatten hoe makkelijk of moeilijk het zal zijn om een bepaalde videocassette in een goede kwaliteit te digitaliseren. Vaak zal het bezorgen van meer precieze informatie aan een dienstenleverancier dan ook resulteren in een nauwkeurigere (en vaak zelfs lagere) prijsofferte. Sommige technische specificaties kunnen echter enkel bekomen worden door de cassettes af te spelen en spijtig genoeg is dit vaak onmogelijk voorafgaande aan de digitalisering. Zonder de gepaste afspeelapparatuur en expertise is dit een taak die moet worden overgelaten aan digitaliseringsexperten.

 

Referenties:

 

 

 

logo vlaamse overheid